RFR 2020/120
Bewind. Mentorschap. Mag afgeweken worden van de wettelijke voorkeur tot benoeming van een bewindvoerder?
HR 19-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1079
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juni 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/04761
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS236738:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1079, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:295, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑10‑2019
- Wetingang
Art. 1:435 lid 4 BW
Essentie
Bewind. Mentorschap.
Mag afgeweken worden van de wettelijke voorkeur tot benoeming van een bewindvoerder?
Samenvatting
Op 17 oktober 2018 is verzoeker in beroep gekomen van de beschikkingen van de kantonrechter gewezen op 15 augustus 2018. In deze beschikkingen werd de zuster van verzoeker op zijn verzoek onder bewind gesteld en werd een mentor benoemd. In plaats van hem tot mentor en bewindvoerder te benoemen, werd tot bewindvoerder en mentor een onafhankelijke derde benoemd. Verzoeker heeft in hoger beroep verzocht om zijn broer tot bewindvoerder en mentor over zijn zuster te benoemen. Het hof wees dat verzoek deels toe. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.