NJ 2016/41
Voorwaardelijk opzet op zwaar lichamelijk letsel door het gooien van een vuurwerkbom op een ME-bus ontoereikend gemotiveerd.
HR 01-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3430, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 december 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/00899
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
P.A.M. Mevis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS153935:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3430, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑10‑2014
- Wetingang
Essentie
Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg — zoals hier zwaar lichamelijk letsel — is aanwezig indien de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dat gevolg zal intreden.
Uit bewijsvoering kan niet zonder meer worden afgeleid dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat verbalisant zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. De door het hof in aanmerking genomen omstandigheid dat de verdachte ‘wist wat voor soort vuurwerkbom hij gegooid had’ en dat hij dat vuurwerk op een ME-bus heeft gegooid ‘zonder zich ervan te vergewissen of er iemand in dat voertuig zat’, vormt onvoldoende grond voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.