Einde inhoudsopgave
Noodwet Arbeidsvoorziening
Artikel 31
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
04-06-1992, Stb. 1992, 422 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22061 Overheid.nl: 22061)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1993, Stb. 1993, 693 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid re-integratie / Algemeen
1.
Het Hoofd Arbeidsvoorziening kan een opgeroepen burgerdienstplichtige van de ingevolge de oproeping op hem rustende verplichtingen te allen tijde, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de burgerdienstplichtige of van de overeenkomstig artikel 24, tweede lid, aangewezen persoon, ontslaan.
2.
Van een krachtens het eerste lid tot de burgerdienstplichtige gerichte beschikking wordt mededeling gedaan aan de overeenkomstig artikel 24, tweede lid, aangewezen persoon.
3.
De burgerdienstplichtige is verplicht van de intrekking van de oproeping binnen driemaal vierentwintig uur mededeling te doen aan de in artikel 24, vijfde lid, bedoelde persoon, zo deze nog zijn werkgever is.