RvdW 2019/911
Onteigening. Niet-ontvankelijkheid cassatieberoep; overschrijding termijn betekening cassatiestukken (art. 52 lid 2 en 53 lid 1 Ow). Art. 40c Ow; eliminatieregel; begrip overheidswerken; verduidelijking HR 15 januari 2016, NJ 2016/397 (Perkpolder).
HR 19-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1246
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juli 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01594
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Onteigeningsrecht / Onteigening
Onteigeningsrecht / Schadeloosstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1246, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:485, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑04‑2018
- Wetingang
Essentie
Onteigening. Niet-ontvankelijkheid cassatieberoep; overschrijding termijn betekening cassatiestukken (art. 52 lid 2 en 53 lid 1 Ow). Art. 40c Ow; eliminatieregel; begrip overheidswerken; verduidelijking HR 15 januari 2016, NJ 2016/397 (Perkpolder).
Samenvatting
Ingeval het cassatieberoep is gericht tegen het eindvonnis waarbij uitspraak is gedaan over de schadeloosstelling nadat eerder vervroegd uitspraak was gedaan over de onteigening, zijn krachtens art. 54t Ow de art. 52 en 53 Ow van overeenkomstige toepassing. De Gemeente heeft voldaan aan het bepaalde in art. 52 lid 2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.