De Letselschade Richtlijn Zelfwerkzaamheid
Tekst
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging en de datum van publicatie is de datum van inwerkingtreding.
- Bronpublicatie:
01-01-2021, Internet 2021, www.deletselschaderaad.nl (uitgifte: 01-01-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-01-2021, Internet 2021, www.deletselschaderaad.nl (uitgifte: 01-01-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Definitie Zelfwerkzaamheid
Het vermogen tot ‘zelfwerkzaamheid’ wordt in de privésfeer benut voor het verrichten van werkzaamheden in, aan of rond de woning die ook tegen betaling door anderen (vakmensen) kunnen worden verricht.
Onder zelfwerkzaamheid zijn de volgende reguliere onderhoudswerkzaamheden begrepen:
- 1.
reparatiewerkzaamheden in en aan de woning;
- 2.
schilderwerkzaamheden in en aan de woning, evenals het aanbrengen van behangpapier of wandbekleding;
- 3.
tuinonderhoud, inclusief onderhoud van paden, terrassen, schuren en schuttingen.
Uiteraard maakt het verschil of de benadeelde woont in een eigen woning of een huurwoning. Bij het laatste mag worden aangenomen, dat grote reparatiewerkzaamheden voor rekening van de verhuurder komen. De werkzaamheden in en aan de woning blijven voor huurders in de regel beperkt tot het binnenshuis schilderen, behangen en het af en toe verrichten van kleine reparatiewerkzaamheden.
Schadevergoedingstabel
Categorie | Normbedrag vanaf 15-09-2006 schadevergoeding (per jaar) | Normbedrag vanaf 01-01-2010 schadevergoeding (per jaar) | Normbedrag vanaf 01-01-2014 schadevergoeding (per jaar) | Normbedrag vanaf 01-01-2018 schadevergoeding (per jaar) | Normbedrag vanaf 01-01-2021 Schadevergoeding (p/jr) |
---|---|---|---|---|---|
Eigen woning met tuin — alle onder houd | € 1000 | € 1080 | €1.140,00 | € 1.197,00 | € 1.287,00 |
Eigen woning met tuin — weinig onder houd | € 500 | € 540 | € 570,00 | € 599,00 | € 643,00 |
Eigen woning zonder tuin — alle onder houd | € 650 | € 702 | € 741,00 | € 778,00 | € 836,00 |
Eigen woning zonder tuin — weinig onder houd | € 250 | € 270 | € 285,00 | € 299,00 | € 322,00 |
Huur woning met tuin — alle onder houd | € 500 | € 540 | € 570,00 | € 599,00 | € 643,00 |
Huur woning met tuin — weinig onder houd | € 250 | € 270 | € 285,00 | € 299,00 | € 322,00 |
Huur woning zonder tuin — alle onder houd | € 325 | € 351 | € 371,00 | € 390,00 | € 419,00 |
Huur woning zonder tuin — weinig onder houd | € 125 | € 135 | € 143,00 | € 150,00 | € 161,00 |
Bovenstaande normbedragen zijn gebaseerd op de technische rekenvoorbeelden voor schilderwerk en tuinonderhoud, waarbij is uitgegaan van een twee-onder-een-kapwoning of hoekwoning.
Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de kosten van onderhoud voor een viertal woningtypen:
Woningtype | Omrekenfactor t.a.v. de bedragen in de schadevergoedingstabel |
---|---|
Vrijstaande woning | 1,3 |
Twee-onder-een-kapwoning of hoekwoning | 1 |
Rijtjeshuis | 0,8 |
Flat of appartement | 0,7 |
Vaststelling van de schadevergoeding
- 1.
Het normbedrag wordt aangepast aan de mate waarin het vermogen tot zelfwerkzaamheid beperkt is. De mate van beperking wordt in overleg vastgesteld en uitgedrukt in een vast percentage van 25, 50, 75 of 100. Dit percentage is maatgevend voor de uiteindelijke schadevergoeding per jaar;
- 2.
Voor de vaststelling van de looptijd van de toekomstige schade wordt uitgegaan van een eindleeftijd van 70 jaar. Voor de kapitalisatie van de toekomstige schade wordt uitgegaan van de dan geldende rekenrente (inclusief sterftekanscorrectie);
- 3.
Voor zover er ter zake van de woning, tuin of persoon van het slachtoffer in relatie tot zelfwerkzaamheid sprake is van bijzondere omstandigheden die zich niet lenen voor een genormeerde vergoeding, moet de schade concreet worden vastgesteld.
Indexering
Jaarlijks wordt op basis van het loonindexcijfer van het CBS (peildatum 1 januari van elk kalenderjaar) beoordeeld of aanpassing van de normbedragen noodzakelijk is. De bedragen worden verhoogd indien de lonen zijn gestegen met minimaal 5% ten opzichte van de datum van laatste wijziging van de normbedragen. Op 1 januari 2018 bleek om die reden indexatie nodig. Op 1 januari 2019 is geen indexatie noodzakelijk. Ook op 1 januari 2020 bleek indexatie niet noodzakelijk. Op 1 januari 2021 moest wél worden geïndexeerd.
Aanpassing tekst
De richtlijn is ingegaan in op 15 september 2006 en is van toepassing op ongevallen die na deze datum hebben plaatsgevonden. Per 1 januari 2015 is de tekst van de richtlijn aangepast ter bevordering van de leesbaarheid; deze wijzigingen zijn niet inhoudelijk van aard. Per 1 januari 2020 is de tekst van de Richtlijn niet gewijzigd.
Per 1 januari 2021 heeft een kleine tekstuele correctie plaatsgevonden in punt 2 van de vaststelling van de schadevergoeding. De opmerking ‘zonder sterftekanscorrectie’ is nl. niet correct. Net zoals dat voor andere schadeposten geldt, dient ook het verlies van zelfwerkzaamheid gekapitaliseerd te worden waarbij rekening wordt gehouden met een sterftekanscorrectie. De misvatting wordt veroorzaakt door het feit dat er een ‘eindleeftijd’ wordt gehanteerd van 70 jaar. Dit impliceert dat er sprake zou zijn van een statistische eindleeftijd. Als dit inderdaad een statistische eindleeftijd zou betreffen op basis van de levensverwachting, dient er niet nogmaals met een sterftekanscorrectie rekening te worden gehouden. In dat geval zou twee keer met de kans op overlijden rekening worden gehouden. De eindleeftijd zoals bedoeld in de richtlijn betreft echter de leeftijd waarop iemand nog fysiek in staat wordt geacht deze werkzaamheden zelf te verrichten. Deze schade moet derhalve ook gecorrigeerd worden met een sterftekans, want die kans blijft aanwezig.