Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 3:29 [Relatieve competentie rechtbank samenhangende besluiten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-03-2021, Stb. 2021, 135 (uitgifte: 17-03-2021, kamerstukken: 35256)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
1.
Tenzij het tweede lid van toepassing is, staat tegen besluiten die zijn voorbereid met toepassing van deze afdeling beroep open bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waar het coördinerend bestuursorgaan zijn zetel heeft.
2.
Tegen besluiten die zijn voorbereid met toepassing van deze afdeling staat beroep open bij:
- a.
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, indien tegen een of meer van de besluiten beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling;
- b.
het College van Beroep voor het bedrijfsleven, indien tegen een of meer van de besluiten beroep kan worden ingesteld bij het College en onderdeel a niet van toepassing is;
- c.
de Centrale Raad van Beroep, indien tegen een of meer van de besluiten beroep kan worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep en de onderdelen a en b niet van toepassing zijn.
3.
Indien inzake één van de besluiten die met toepassing van deze afdeling gecoördineerd zijn voorbereid hoger beroep kan worden ingesteld bij:
- a.
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, staat inzake alle besluiten hoger beroep open bij de Afdeling;
- b.
het College van Beroep voor het bedrijfsleven en onderdeel a niet van toepassing is, staat inzake alle besluiten hoger beroep open bij het College;
- c.
de Centrale Raad van Beroep en de onderdelen a en b niet van toepassing zijn, staat inzake alle besluiten hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep.
4.
De ingevolge het eerste lid bevoegde rechtbank of de ingevolge het tweede of derde lid bevoegde bestuursrechter kan de behandeling van de beroepen dan wel hoger beroepen verwijzen naar een rechtbank onderscheidenlijk een andere bestuursrechter die voor de behandeling ervan meer geschikt wordt geacht. Artikel 8:13, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.