HR, 07-04-2017, nr. 17/00473
ECLI:NL:HR:2017:631
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
07-04-2017
- Zaaknummer
17/00473
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2017:631, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑04‑2017; (Cassatie)
Uitspraak 07‑04‑2017
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Partij(en)
7 april 2017
Nr. 17/00473
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z], Slowakije (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 20 januari 2017, nr. BRE 16/3489, op het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank van 29 augustus 2016.
1. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad enkel kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Rechtbank als de onderhavige, waarbij de Rechtbank een verzet gegrond heeft verklaard. Het beroep in cassatie dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 7 april 2017.
Het door belanghebbende als griffierecht betaalde bedrag van € 124 wordt door de Griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende teruggegeven.