Einde inhoudsopgave
Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid
Artikel 84
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 339 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32186)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
1.
In afwijking van artikel 23, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, kunnen Onze Minister en Onze Minister wie het mede aangaat de noodzakelijke voorzieningen treffen indien naar het oordeel van Onze Minister en Onze Minister wie het mede aangaat, de raad ernstig in gebreke blijft in de uitoefening van zijn taak wat de onderzoeken, bedoeld in het bepaalde op grond van artikel 5, betreft. In dat geval zijn op de door Onze Minister en Onze Minister wie het mede aangaat, aan te wijzen personen de artikelen 32 tot en met 40, 69 en 70 van overeenkomstige toepassing. Onderzoeken worden verricht met inachtneming van de artikelen 44 tot en met 65. Voorts zijn de artikelen 73 en 74 van overeenkomstige toepassing.
2.
In afwijking van artikel 23, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, wordt de termijn waarbinnen de raad in de gelegenheid wordt gesteld alsnog zijn taak naar behoren uit te voeren, gesteld door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister wie het mede aangaat.
3.
In afwijking van artikel 23, derde lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, stellen Onze Minister en Onze Minister wie het mede aangaat tevens de raad, de Staten van Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten onverwijld in kennis van door hen getroffen voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.