NJ 1954/309
HR, 09-04-1954
HR 09-04-1954, ECLI:NL:HR:1954:144
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 april 1954
- Magistraten
Mrs Donner, van der Meulen, Hijink, Losecaat Vermeer en Boltjes
- Zaaknummer
[09041954/NJ_1954-309]
- Conclusie
Mr. De Jong
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS109774:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1954:144, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑04‑1954
- Wetingang
Samenvatting
Getuigenverhoor voor een R.-C. bijgestaan door een wnd. griffier, die niet is Mr in de rechten. Geen strijd met art. 47a, lid 3, R. O., zoals dit luidde vóór de wet van 7 Aug. 1953, S. 412. Betekenis van „terechtzitting" in dat art.
Het 2e middel, opkomend tegen ‘s Hols oordeel, dat de man niet is geslaagd in het bewijs van door de vrouw gepleegd overspel, komt tevergeefs op tegen een feitelijke beslissing. Ook overigens kan het niet tot cassatie leiden, omdat zonder feitelijk onderzoek niet kan worden vastgesteld, of uit de getuigenverklaringen is gebleken van door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.