JWB 2012/475
Onrechtmatige daad, overheid, strafvorderlijke dwangmiddelen, strafvervolging, verjaring
HR 12-10-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5638
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 oktober 2012
- Zaaknummer
11/02851
- LJN
BX5638
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Juridische beroepen / Rechter
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Staatsrecht / Rechtspraak
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX5638, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX5638, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑10‑2012
- Wetingang
Art. 3:310 BW; art. 89 Sv; art. 81 RO
Essentie
Onrechtmatige daad, overheid, strafvorderlijke dwangmiddelen, strafvervolging, verjaring
Samenvatting
Casus
De eiser tot cassatie is wegens verdenking van oplichting en verduistering in voorlopige hechtenis opgenomen. Bij een vonnis van de rechtbank is de tenlastelegging nietig verklaard. De eiser tot cassatie heeft zich tot de rechter gewend en verzocht vergoeding van gemaakte kosten.
Rechtsvraag
In cassatie staat de vraag centraal of de vordering tot vergoeding van de gemaakte kosten inmiddels is verjaard.
Beslissing
De rechtbank heeft een vergoeding aan de eiser tot cassatie toegekend. De rechtbank heeft het verweer van de verweerder in cassatie, de Staat der Nederlanden, dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.