Hof Leeuwarden, 21-09-2012, nr. 24-001978-11
ECLI:NL:GHLEE:2012:BX8128
- Instantie
Hof Leeuwarden
- Datum
21-09-2012
- Zaaknummer
24-001978-11
- LJN
BX8128
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHLEE:2012:BX8128, Uitspraak, Hof Leeuwarden, 21‑09‑2012; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:956, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 21‑09‑2012
Inhoudsindicatie
Het delict, strafbaar gesteld in artikel 420bis, eerste lid, onder a, Sr, moet worden beschouwd als een voortdurend delict. De handelingen die verdachte heeft verricht, kunnen als witwassen worden gekwalificeerd.
Partij(en)
Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001978-11
Uitspraak d.d.: 21 september 2012
TEGENSPRAAK
(Promis)
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Assen van
13 september 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1989],
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 7 september 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis van de rechtbank Assen, inhoudende bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde, veroordeling ter zake van dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van 112 dagen en teruggave aan verdachte van de onder haar inbeslaggenomen
€ 426,50 en $ 1,00. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door haar raadsman, mr. P.D. Popescu, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 2 en 3 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en voor zover in hoger beroep van belang, ten laste gelegd dat:
1:
zij op of omstreeks 24 mei 2011, te [plaats], althans in Nederland, van een of meerdere voorwerp(en), te weten meerdere (17) mobiele telefoons (merk: Apple en/of Nokia en/of Vertu) en/of 2485 euro en/of 24 dollar en/of 100 kronen en/of 20 ponden, althans een hoeveelheid geld en/of een Notebook (merk: Samsung) en/of een navigatiesysteem (merk: TomTom), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp was of wie bovenomschreven voorhanden had, terwijl zij wist/redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit het misdrijf, zulks terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) van het
plegen van voormeld(e) feit(en) een gewoonte heeft/hebben gemaakt.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Verweren
Het strafrechtelijk verwijt dat verdachte wordt gemaakt luidt - kort gezegd - dat zij zich op 24 mei 2011 in [plaats] schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
Uit het dossier blijkt - voor zover hier van belang - het volgende.
Op 24 mei 2011 troffen verbalisanten in [plaats] een blauwe VW Passat en een rode VW Transporter aan. In en bij de voertuigen werden zes personen aangetroffen; verdachte, haar man, twee broers en haar ouders. Tijdens de aanhouding bevond verdachte zich in de VW Passat. In een tas in de rode VW Transporter werden Iphones aangetroffen, elk afzonderlijk verstopt in kledingstukken. Een aantal van de aangetroffen Iphones bleek afkomstig van diefstallen in Zweden.
Verdachte heeft op 11 augustus 2011 tegenover de verbalisanten verklaard dat zij en haar broers en man vanuit Zweden - via Denemarken - naar Nederland zijn gereden. Zij heeft ook verklaard dat zij samen met een van haar broers in Zweden Iphones heeft gestolen. Verdachte heeft voorts verklaard dat zij in Denemarken de telefoons tussen de kleding en in een tas in de rode VW Transporter heeft verstopt. Vervolgens zijn zij, haar moeder, broers en man met beide auto's naar Nederland gereden, alwaar haar vader zich bij hen voegde.
De raadsman heeft aangevoerd dat de verklaringen van verdachte als niet betrouwbaar kunnen worden aangemerkt en daardoor niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt. Verdachte heeft, al dan niet gedwongen door familieleden, de schuld op zich genomen om de overige familieleden vrij te pleiten, aldus de raadsman.
Het hof volgt de raadsman niet in dit verweer. Op grond van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting bestaat onvoldoende grond om aan de juistheid van deze verklaring van verdachte te twijfelen.
Namens verdachte is ter zitting van het hof voorts aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte het ten laste gelegde in [plaats] heeft gepleegd. Dat zal hooguit in het buitenland kunnen zijn gebeurd, maar dienaangaande heeft Nederland geen rechtsmacht.
De raadsman heeft voorts de vraag opgeworpen of de handelingen die verdachte heeft verricht wel kunnen worden gekwalificeerd als het verbergen en/of verhullen van de werkelijke aard, herkomst, vindplaats, vervreemding of verplaatsing, zoals beschreven in artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Het delict, strafbaar gesteld in artikel 420bis, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht, moet worden beschouwd als voortdurend delict. Dit brengt mee dat hier dit feit ook door verdachte kan worden gepleegd in [plaats], indien zij ook daar de werkelijke aard, de herkomst, de vervreemding en/of de verplaatsing verbergt en/of verhult, althans verbergt en/of verhult wie de rechthebbende op een voorwerp was en/of dat voorwerp voorhanden heeft, terwijl zij weet dat het voorwerp afkomstig is uit misdrijf.
Uit het proces-verbaal van bevindingen op pagina's 223 en 224 volgt dat verbalisanten op
- 24.
mei 2011 in [plaats] in de rode VW Transporter twee boodschappentassen met daarin kleding hebben aangetroffen. In die kleding werden in de zakken van een viertal broeken meerdere van misdrijf afkomstige Iphones aangetroffen. Een van deze Iphones was verpakt in een sok. Uit de verklaring van verdachte volgt dat zij deze Iphones in Denemarken in de kleding heeft verstopt. Het hof overweegt dat het in deze situatie niet anders kan zijn dan dat met die handelingen is bedoeld de herkomst en verplaatsing van de Iphones te verhullen. Deze situatie heeft verdachte ook doen voortbestaan in [plaats]. Gelet hierop heeft verdachte zich in [plaats] schuldig gemaakt aan witwassen.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
zij op 24 mei 2011, te [plaats], van voorwerpen, te weten mobiele telefoons (merk:
Apple), de herkomst en de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, terwijl zij wist dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
witwassen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van Iphones. Zij heeft de Iphones, waarvan zij wist dat deze van diefstal afkomstig waren, in kledingstukken verborgen en deze kleding vervolgens in tassen gestopt en in de VW Transporter gedeponeerd. Vervolgens is verdachte met anderen met het voertuig vanuit Denemarken naar Nederland gereden. Verdachte heeft door haar handelen opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie onttrokken en de belangen van de rechtmatige eigenaren van de Iphones geschaad.
Het hof heeft acht geslagen op een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 24 juli 2012. Daaruit is ten gunst van verdachte gebleken dat zij niet eerder ter zake van strafbare feiten is veroordeeld tot een straf of maatregel.
Op grond van het voorgaande en de overige uit het dossier blijkende persoonlijke omstandigheden van verdachte is het hof van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf passend en geboden is. De duur van de straf zal gelijk zijn aan de door verdachte in voorarrest doorgebrachte dagen.
Beslag
Het hof zal de teruggave gelasten aan de verdachte van de onder haar in beslag genomen goederen, te weten een geldbedrag van € 426,50 en $ 1,00.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 en 3 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 112 (honderdtwaalf) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- -
€ 426,50;
- -
$ 1,00.
Aldus gewezen door
mr. E. de Witt, voorzitter,
mr. P.J.M. van den Bergh en mr. W.M. van Schuijlenburg, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers, griffier,
en op 21 september 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. P.J.M. van den Bergh is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.