Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/866
IPR. Internationale bevoegdheid rechter. Vermogensrechtelijke afwikkeling buitenhuwelijkse relatie. Art. 81 lid 1 RO.
HR 28-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:42
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 juni 2013
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/02004
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:42, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ9962, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2013
Essentie
IPR. Internationale bevoegdheid rechter. Vermogensrechtelijke afwikkeling buitenhuwelijkse relatie. Art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
[De vrouw], eiseres tot cassatie, adv.: mr. E.J. Kim-Meijer,
tegen
[De man], te Australië, verweerder in cassatie, adv.: mr. B.J. van Dorp.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
het vonnis in de zaak 349167 HA ZA 09-3391 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 2 december 2009;
het arrest in de zaak 200.064.780/01 van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 28 juni 2011.
Het arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.