Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1072/2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg
Artikel 4 Communautaire vergunning
Geldend
Geldend vanaf 20-08-2020
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 21-02-2022.
- Bronpublicatie:
15-07-2020, PbEU 2020, L 249 (uitgifte: 31-07-2020, regelingnummer: 2020/1055)
- Inwerkingtreding
20-08-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2020, PbEU 2020, L 249 (uitgifte: 31-07-2020, regelingnummer: 2020/1055)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De communautaire vergunning wordt door een lidstaat, overeenkomstig deze verordening, afgegeven aan alle vervoerders die goederenvervoer over de weg voor rekening van derden verrichten en die:
- a)
zijn gevestigd in die lidstaat overeenkomstig de communautaire wetgeving en de in die lidstaat geldende nationale wetgeving, en
- b)
in de lidstaat van vestiging, overeenkomstig de communautaire wetgeving en de nationale wetgeving van die lidstaat inzake de toegang tot het beroep van ondernemer van goederenvervoer over de weg, gemachtigd zijn internationaal vervoer van goederen over de weg te verrichten.
2.
De communautaire vergunning wordt afgegeven door de bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging, voor hernieuwbare perioden van ten hoogste tien jaar.
Communautaire vergunningen en gewaarmerkte afschriften die vóór de toepassingsdatum van deze verordening zijn afgegeven, blijven geldig tot de datum waarop zij verstrijken.
3.
De lidstaat van vestiging verstrekt de houder het origineel van de communautaire vergunning, dat door de vervoerder wordt bewaard, alsmede het aantal voor eensluidend gewaarmerkte afschriften dat overeenkomt met het aantal voertuigen dat de houder van de communautaire vergunning in volle eigendom heeft of waarover hij uit hoofde van bijvoorbeeld een huurkoop-, huur- of leasingovereenkomst de beschikking heeft.
4.
De communautaire vergunning en de voor eensluidend gewaarmerkte afschriften moeten overeenstemmen met het in bijlage II opgenomen model. In die bijlage zijn tevens de voorwaarden voor het gebruik van de communautaire vergunning vastgesteld. Zij zijn voorzien van ten minste twee van de in bijlage I vermelde beveiligingskenmerken.
Voor voertuigen met een toelaatbare maximummassa van niet meer dan 3,5 ton die voor goederenvervoer worden gebruikt en waarvoor de lagere financiële eisen van artikel 7, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1071/2009 gelden, vermeldt de instantie van afgifte in het vak “bijzondere opmerkingen” van de communautaire vergunning of van de gewaarmerkte kopie daarvan: ‘≤ 3,5 t’.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 14 ter gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijlagen I en II te wijzigen teneinde deze aan de technische vooruitgang aan te passen.
5.
Op de communautaire vergunning en de gewaarmerkte afschriften daarvan worden het zegel van de instantie van afgifte, een handtekening en een serienummer aangebracht. De serienummers van de communautaire vergunning en van de gewaarmerkte afschriften worden, als onderdeel van de reeks gegevens met betrekking tot de vervoerder, opgenomen in het nationale elektronische register van wegvervoerondernemingen.
6.
De communautaire vergunning wordt op naam van de vervoerder afgegeven. Zij kan niet worden overgedragen. Een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning bevindt zich aan boord van elk voertuig van de vervoerder en wordt op verzoek van iedere met de controle belaste persoon getoond.
In het geval van een samenstel van voertuigen moet het voor eensluidend gewaarmerkte afschrift het trekkende voertuig vergezellen. Het geldt voor het samenstel van voertuigen, ook wanneer de aanhanger of oplegger niet op naam van de houder van de vergunning is geregistreerd of toegelaten tot het verkeer of wanneer deze is geregistreerd of toegelaten tot het verkeer in een andere staat.