Richtlijn 2003/18/EG tot wijziging van Richtlijn 83/477/EEG van de Raad betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 15-04-2003
- Bronpublicatie:
27-03-2003, PbEU 2003, L 97 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2003/18/EG)
- Inwerkingtreding
15-04-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-2003, PbEU 2003, L 97 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2003/18/EG)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
(Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 27 maart 2003 tot wijziging van Richtlijn 83/477/EEG van de Raad betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 137, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie (1), opgesteld na raadpleging van de sociale partners en het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
In zijn conclusies van 7 april 1998 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest (4) heeft de Raad de Commissie verzocht voorstellen tot wijziging van Richtlijn 83/477/EEG(5) in te dienen, en er daarbij meer bepaald rekening mee te houden dat de beschermende maatregelen vooral gericht en afgestemd moeten zijn op de werknemers die momenteel het grootste risico lopen, met name werknemers die asbestverwijderingswerkzaamheden verrichten en werknemers die op het werk bij onderhoudswerkzaamheden incidenteel met asbest in aanraking komen.
- (2)
In bovengenoemde conclusies wordt de Commissie voorts verzocht om voorstellen tot wijziging van Richtlijn 83/477/EEG in te dienen en daarbij rekening te houden met de resultaten van het onderzoek naar grenswaarden voor blootstelling aan chrysotiel en naar methoden voor het meten van asbest in de lucht, uitgaande van de methode waarvoor de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft gekozen. Soortgelijke maatregelen moeten worden genomen voor vervangingsproducten.
- (3)
Het Economisch en Sociaal Comité vraagt de Commissie in zijn advies over asbest (6) nieuwe maatregelen te nemen om het gevaar van blootstelling voor werknemers te verkleinen.
- (4)
Het verbod op het in de handel brengen en het gebruik van chrysotiel met ingang van 1 januari 2005, ingevoerd bij Richtlijn 76/769/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (7), zal bijdragen aan een aanzienlijke vermindering van de blootstelling van de werknemers aan asbest.
- (5)
Alle werknemers moeten worden beschermd tegen de risico's van blootstelling aan asbest en dientengevolge moeten de uitzonderingen voor de sectoren zeescheepvaart en luchtvaart worden geschrapt.
- (6)
Om de betrokken vezels eenduidig te definiëren, moeten zij in mineralogisch opzicht of aan de hand van hun CAS-nummer (Chemical Abstract Service) opnieuw worden gedefinieerd.
- (7)
Onverminderd andere communautaire bepalingen inzake het in de handel brengen en het gebruik van asbest, zal een beperking van de activiteiten die een blootstelling aan asbest met zich brengen, bij de preventie van ziekten in verband met deze blootstelling een zeer belangrijke rol spelen.
- (8)
De meldingsregeling voor werkzaamheden die gepaard gaan met blootstelling aan asbest, dient aan de nieuwe werksituaties te worden aangepast.
- (9)
Activiteiten die werknemers aan asbestvezels blootstellen bij de winning van asbest, de vervaardiging en de verwerking van asbestproducten of de vervaardiging en verwerking van producten waaraan doelbewust asbestvezels zijn toegevoegd, moeten gelet op de ernstige en moeilijk te vermijden blootstelling worden uitgesloten.
- (10)
Rekening houdende met de meest recente technische kennis dienen de bemonsteringsmethodologie voor het meten van de asbestconcentratie in de lucht en de methode voor het vaststellen van het aantal vezels beter te worden gedefinieerd.
- (11)
Hoewel het niveau van blootstelling aan asbest waaronder geen risico op kanker bestaat, nog niet is vastgesteld, is het wenselijk de grenswaarde voor blootstelling aan asbest op het werk te verlagen.
- (12)
De werkgevers moeten worden verplicht om vóór de aanvang van het asbestverwijderingsproject aan te geven of er asbest in de gebouwen of installaties aanwezig is of kan zijn en om deze informatie mee te delen aan alle personen die door gebruik, onderhoud of andere werkzaamheden in of aan het gebouw het risico lopen aan asbest te worden blootgesteld.
- (13)
Er moet nadrukkelijk op worden toegezien dat sloopwerkzaamheden of werkzaamheden voor het verwijderen van asbest worden verricht door ondernemingen die op de hoogte zijn van alle voor de bescherming van de werknemers te treffen voorzorgsmaatregelen.
- (14)
Werknemers die aan asbest blootgesteld worden of kunnen worden, moeten een specifieke opleiding krijgen teneinde de aan deze blootstelling verbonden risico's aanzienlijk te beperken.
- (15)
De blootstellingsregisters en gezondheidsdossiers, als bedoeld in Richtlijn 83/477/EEG, moeten in overeenstemming gebracht worden met de lijsten en dossiers bedoeld in Richtlijn 90/394/EEG van de Raad van 28 juni 1990 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (8).
- (16)
Het is wenselijk de praktische aanbevelingen voor het klinisch toezicht op de blootgestelde werknemers bij te werken, rekening houdend met de meest recente medische kennis, teneinde de met asbest verband houdende ziekten in een vroeg stadium te kunnen opsporen.
- (17)
Daar de doelstellingen van het overwogen optreden, namelijk de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
- (18)
De wijzigingen in deze richtlijn vormen een concreet onderdeel van de verwezenlijking van de sociale dimensie van de interne markt.
- (19)
Deze wijzigingen zijn tot een minimum beperkt teneinde de oprichting en ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen niet onnodig te bemoeilijken.
- (20)
Derhalve dient Richtlijn 83/477/EEG dienovereenkomstig te worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 304 E van 30.10.2001, blz. 179, en PB C 203 E van 27.8.2002, blz. 273.
PB C 94 van 18.4.2002, blz. 40.
Advies van het Europees Parlement van 11 april 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 23 september 2002 (PB C 269 E van 5.11.2002, blz. 1), besluit van het Europees Parlement van 17 december 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 18 februari 2003 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
PB C 142 van 7.5.1998, blz. 1.
PB L 263 van 24.9.1983, blz. 25. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/24/EG (PB L 131 van 5.5.1998, blz. 11).
PB C 138 van 18.5.1999, blz. 24.
PB L 262 van 27.9.1976, blz. 201. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/91/EG van de Commissie (PB L 286 van 30.10.2001, blz. 27).
PB L 196 van 26.7.1990, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/38/EG (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 66).