NJB 2016/1191:Beklag aangaande beslag art. 552a Sv en verschoningsrecht advocaat, art. 98 Sv: de rechtbank die over een conform art. 552a Sv ingediend klaagschrift moet oordelen over de vraag of in beslag genomen brieven of geschriften voorwerp van het strafbare feit uitmaken of tot het begaan daarvan hebben gediend, zal zich daaromtrent aan de hand van de stukken en het onderzoek in raadkamer een eigen, zelfstandig oordeel moeten vormen. Voor zover dat noodzakelijk is voor de beoordeling van het klaagschrift, mag de rechtbank eveneens van de betreffende stukken kennisnemen. Het vorenstaande geldt evenzeer voor de situatie waarin de rechtbank moet oordelen of zich zeer uitzonderlijke omstandigheden voordoen op grond waarvan het belang dat de waarheid aan het licht komt, moet prevaleren boven het verschoningsrecht. In casu ontoereikende motivering rechtbank. Daarbij neemt de Hoge Raad in het bijzonder in aanmerking dat de rechtbank niets heeft vastgesteld omtrent de aard van de (grote hoeveelheid) in beslag genomen stukken waarvoor een beroep op het verschoningsrecht is gedaan