NJB 2019/700:Wet Bopz. Schadevergoeding wegens overschrijding beslistermijn. De rechtbank heeft niet binnen de voorgeschreven termijn beslist op een verzoek om een machtiging tot voortgezet verblijf. Hoge Raad: 1. Aanhouding. Het oordeel van het hof dat de vertraging aan betrokkene moet worden toegerekend, is gemotiveerd met een overweging die erop neerkomt dat namens betrokkene zonder goede grond om aanhouding is verzocht. Deze motivering kan het oordeel zelfstandig dragen. 2. Vakantie van de rechter. De klacht dat volstrekt onbegrijpelijk is dat niet over vrijheidsberoving wordt beslist omdat de behandelend rechter met vakantie is, stuit af op de overweging van het hof dat de rechtbank daarover het overleg heeft gezocht met de advocaat van betrokkene. 3. Proces-verbaal. Aan een verzoek tot afgifte van een proces-verbaal door een advocaat die verklaart daaraan behoefte te hebben omdat wordt overwogen een rechtsmiddel tegen de beslissing in te stellen, dient onverwijld te worden voldaan. Niet-naleving van deze regel kan echter niet tot vernietiging leiden. Wel brengt de omstandigheid dat ten tijde van het verstrijken van de cassatietermijn nog geen proces-verbaal is ontvangen, mee dat de verzoeker zijn cassatiemiddel na ontvangst van dat proces-verbaal mag aanvullen