RvdW 2020/469:Medeplegen aanwezig hebben van amfetamine, art. 2 lid C Opiumwet. Kon hof volstaan met opgave van bewijsmiddelen a.b.i. art. 359 lid 3 Sv? 2. Heeft hof verzuimd gemotiveerd te beslissen op namens verdachte gevoerd verweer m.b.t. redelijke termijn? HR: art. 81 lid 1 RO.
RvdW 2020/469
Medeplegen aanwezig hebben van amfetamine, art. 2 lid C Opiumwet. Kon hof volstaan met opgave van bewijsmiddelen a.b.i. art. 359 lid 3 Sv? 2. Heeft hof verzuimd gemotiveerd te beslissen op namens verdachte gevoerd verweer m.b.t. redelijke termijn? HR: art. 81 lid 1 RO.
Documentgegevens:
HR 24-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:495
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 maart 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, M. Kuijer
- Zaaknummer
18/04771
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:495, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:84, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2020
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 5 november 2018, nummer 20/003588-15, in de strafzaak tegen [verdachte], adv.: mr. O.J. Much, te Sliedrecht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. De verdachte is bij arrest van 5 november ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.