Einde inhoudsopgave
Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
09-12-2011, Trb. 2012, 24 (uitgifte: 03-02-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2011, Trb. 2012, 24 (uitgifte: 03-02-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Verdragen EU
EU-recht / Algemeen
Europees belastingrecht (V)
1.
De door de Unie met een of meer derde staten, met een internationale organisatie of met een onderdaan van een derde staat gesloten of voorlopig toegepaste overeenkomsten, zijn verbindend voor Kroatië, en wel onder de in de oorspronkelijke Verdragen en in deze Akte neergelegde voorwaarden.
2.
Kroatië verbindt zich ertoe onder de in deze Akte neergelegde voorwaarden toe te treden tot de door de huidige lidstaten en de Unie met een of meer derde landen of met een internationale organisatie gezamenlijk gesloten of ondertekende overeenkomsten.
Behoudens in de gevallen waarin bij specifieke overeenkomsten anders is bepaald, wordt de toetreding van Kroatië tot de in de eerste alinea genoemde overeenkomsten geregeld door de sluiting van een protocol bij die overeenkomsten door de Raad, handelend met eenparigheid van stemmen namens de lidstaten, en het (de) betrokken derde land(en) of internationale organisatie. De Commissie of, indien de overeenkomst uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de hoge vertegenwoordiger), voert namens de lidstaten onderhandelingen over deze protocollen, op basis van door de Raad met eenparigheid van stemmen goedgekeurde onderhandelingsrichtsnoeren en in overleg met een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten. De Commissie of, in voorkomend geval, de hoge vertegenwoordiger, dient een ontwerp van de te sluiten protocollen in bij de Raad.
Deze procedure geldt onverminderd de uitoefening van de eigen bevoegdheden van de Unie en laat de verdeling van bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten op het gebied van de sluiting van dergelijke overeenkomsten in de toekomst dan wel andere, niet met de toetreding verband houdende, wijzigingen onverlet.
3.
Vanaf de datum van toetreding, en in afwachting van de inwerkingtreding van de nodige protocollen als bedoeld in de tweede alinea van lid 2, past Kroatië de bepalingen toe van de in lid 2, eerste alinea, bedoelde overeenkomsten die vóór de toetreding door de Unie gesloten of voorlopig toegepast zijn, met uitzondering van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (1).
In afwachting van de inwerkingtreding van de protocollen als bedoeld in de tweede alinea van lid 2 nemen de Unie en de lidstaten, gezamenlijk optredend als dat passend is binnen hun respectieve bevoegdheden, de passende maatregelen.
4.
Kroatië treedt toe tot de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (2), alsmede tot de twee overeenkomsten tot wijziging van die overeenkomst ondertekend in Luxemburg op 25 juni 2005 (3) en voor ondertekening opengesteld in Ouagadougou op 22 juni 2010 (4).
5.
Kroatië verbindt zich ertoe onder de in deze Akte neergelegde voorwaarden toe te treden tot de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(5), zulks overeenkomstig artikel 128 van die Overeenkomst.
6.
Vanaf de datum van toetreding worden de tussen de Unie en derde landen gesloten bilaterale textielovereenkomsten en -regelingen door Kroatië toegepast.
De door de Unie toegepaste kwantitatieve beperkingen op de invoer van textielproducten en kleding worden aangepast om rekening te houden met de toetreding van Kroatië tot de Unie. Te dien einde kan door de Unie met de betrokken derde landen nog voor de toetreding worden onderhandeld over wijzigingen van de in de eerste alinea genoemde bilaterale textielovereenkomsten en -regelingen.
Indien de wijzigingen van de bilaterale textielovereenkomsten en -regelingen op de datum van toetreding nog niet in werking zijn getreden, verricht de Unie de nodige aanpassingen van haar regels betreffende de invoer van textielproducten en kleding uit derde landen om rekening te kunnen houden met de toetreding van Kroatië.
7.
De door de Unie toegepaste kwantitatieve beperkingen op de invoer van staal en staalproducten worden aangepast op basis van de invoer van Kroatië, over de afgelopen jaren, van staal en staalproducten van oorsprong uit de betrokken leverancierlanden.
Te dien einde wordt nog voor de toetreding onderhandeld over de nodige wijzigingen in de tussen de Unie en derde landen gesloten bilaterale overeenkomsten en regelingen op het gebied van staal.
Indien de wijzigingen van de bilaterale staalovereenkomsten en regelingen op de datum van toetreding nog niet in werking zijn getreden, is de eerste alinea van toepassing.
8.
Vanaf de datum van toetreding worden visserijovereenkomsten die tussen Kroatië en derde landen werden gesloten vóór die datum, beheerd door de Unie.
De rechten en plichten die voor Kroatië uit deze overeenkomsten voortvloeien, blijven onverlet gedurende de periode waarin de bepalingen van deze overeenkomsten voorlopig worden gehandhaafd.
Zo spoedig mogelijk, en in ieder geval vóór het verstrijken van de in de eerste alinea bedoelde overeenkomsten, stelt de Raad, in elk apart geval, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de passende besluiten vast voor het voortzetten van de daaruit voortvloeiende visserijactiviteiten, met inbegrip van de mogelijkheid om bepaalde van deze overeenkomsten met ten hoogste één jaar te verlengen.
9.
Kroatië zegt elke vrijhandelsovereenkomst met derde landen, inclusief de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst, zoals gewijzigd, op.
Voor zover de overeenkomsten tussen Kroatië enerzijds, en één of meer derde landen anderzijds, niet verenigbaar zijn met de verplichtingen die voortvloeien uit deze Akte, treft Kroatië alle passende maatregelen om de geconstateerde onverenigbaarheden weg te werken. Indien Kroatië moeilijkheden ondervindt om een overeenkomst aan te passen die vóór de toetreding is gesloten met één of meer derde landen, zegt het die overeenkomst op.
Kroatië neemt de nodige maatregelen om te zorgen voor de naleving van de verplichtingen van dit lid vanaf de datum van toetreding.
10.
Kroatië treedt onder de in deze Akte neergelegde voorwaarden toe tot de interne overeenkomsten welke door de huidige lidstaten werden gesloten met het oog op de toepassing van de in lid 2 en lid 4 bedoelde overeenkomsten.
11.
Kroatië treft, zo nodig, passende maatregelen om zijn positie ten aanzien van internationale organisaties en internationale overeenkomsten waarbij de Unie of andere lidstaten eveneens partij zijn, aan te passen aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit zijn toetreding tot de Unie.
Met name zegt Kroatië de internationale visserijovereenkomsten en zijn lidmaatschap van de internationale visserijorganisaties op waarbij ook de Unie partij is, tenzij zijn lidmaatschap geen verband houdt met visserijzaken.
Kroatië neemt de nodige maatregelen om te zorgen voor de naleving van de verplichtingen van dit lid vanaf de datum van toetreding.