Einde inhoudsopgave
Besluit Earningsstrippingmaatregel
4.2 Afschrijving en afwaardering
Geldend
Geldend vanaf 29-11-2023
- Bronpublicatie:
24-11-2023, Stcrt. 2023, 31452 (uitgifte: 28-11-2023, regelingnummer: 2023-22492)
- Inwerkingtreding
29-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2023, Stcrt. 2023, 31452 (uitgifte: 28-11-2023, regelingnummer: 2023-22492)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Afschrijvingen en (teruggenomen) afwaarderingen die niet tot uitdrukking komen in de winst, worden ook niet in aanmerking genomen bij het bepalen van de gecorrigeerde winst.1. Dit geldt bijvoorbeeld voor afschrijvingen en (teruggenomen) afwaarderingen die behoren tot de winst die is vrijgesteld op grond van artikel 15e Wet Vpb 1969 (objectvrijstelling).
De afschrijving op gekochte goodwill die als bedrijfsmiddel kwalificeert, en die op grond van een zakelijke winstverdeling wordt toegerekend aan de Nederlandse onderneming van een belastingplichtige, wordt wel in aanmerking genomen bij de bepaling van de gecorrigeerde winst. Op deze wijze wordt de renteaftrek zoveel mogelijk gekoppeld aan de in Nederland belastbare economische activiteit.
De wijze waarop de afschrijving of (terugname van) de afwaardering plaatsvindt is in beginsel niet relevant, zolang deze in lijn is met goed koopmansgebruik of de daarop door de wet gemaakte uitzonderingen. Ook de afschrijving ineens van een immaterieel activum op grond van artikel 3.30, derde lid, Wet IB 2001 jo. artikel 8, eerste lid, Wet Vpb 1969, wordt derhalve bijgeteld ter bepaling van de gecorrigeerde winst.
Onbenoemd 4.2.1 Afwaardering bedrijfsmiddelen; verkoop met een verlies
Voetnoten