Einde inhoudsopgave
Regeling tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
25-11-2022, Stcrt. 2022, 31978 (uitgifte: 29-11-2022, regelingnummer: 2022-0000185147)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2022, Stcrt. 2022, 31978 (uitgifte: 29-11-2022, regelingnummer: 2022-0000185147)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
In deze regeling wordt verstaan onder:
- –
beroepsziekte: een ernstige aandoening die vermeld is op de bij deze regeling behorende Lijst beroepsziekten, opgenomen in de bijlage;
- –
Deskundigenpanel: Deskundigenpanel beroepsziekten als bedoeld in de artikelen 4 en 15;
- –
gevaarlijke stof: een stof die vermeld is op de bij deze regeling behorende Lijst beroepsziekten, opgenomen in de bijlage;
- –
ISBG: stichting Instituut Slachtoffers Beroepsziekten door Gevaarlijke stoffen, gevestigd te ’s-Gravenhage;
- –
Bureau Lexces: Bureau Landelijk Expertisecentrum Stoffengerelateerde Beroepsziekten, ondergebracht bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, gevestigd te Bilthoven;
- –
minister: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
- –
nabestaanden:
- a.
de langstlevende van de echtgenoten;
- b.
bij ontstentenis van de onder a bedoelde persoon, de minderjarige kinderen, tot wie de overledene in familierechtelijke betrekking stond;
- c.
bij ontstentenis van de onder a en b bedoelde personen, de personen met wie de overledene in gezinsverband leefde;
- d.
bij ontstentenis van de onder a, b en c bedoelde personen, de erfgenamen, bedoeld in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, mits een verklaring van erfrecht wordt overgelegd;
- –
opdrachtgever: natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wie de zelfstandige zonder personeel arbeid in Nederland verricht of heeft verricht krachtens een overeenkomst, waarop Nederlands recht van toepassing is of was, niet zijnde een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
- –
SVB: Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- –
uitkeringslasten: de kosten van het aantal tegemoetkomingen dat is uitgekeerd;
- –
uitvoeringskosten:
- a.
kosten die door de SVB zijn gemaakt bij het uitvoeren van deze regeling; en
- b.
vergoedingen die door de SVB aan het ISBG worden verstrekt voor de advisering ten behoeve van deze regeling;
- –
werkende: werknemer of zelfstandige zonder personeel;
- –
werkgever: natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wie de werknemer arbeid in Nederland verricht of heeft verricht krachtens een Nederlandse publiekrechtelijke aanstelling of een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, waarop Nederlands recht van toepassing is of was;
- –
werknemer: degene die voor een natuurlijke persoon of rechtspersoon arbeid in Nederland verricht of heeft verricht krachtens een Nederlandse publiekrechtelijke aanstelling of een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, waarop Nederlands recht van toepassing is of was;
- –
zelfstandige zonder personeel: degene die zonder werknemer, werkgever of opdrachtgever te zijn, voor een natuurlijke persoon of rechtspersoon arbeid in Nederland verricht of heeft verricht krachtens een overeenkomst, waarop Nederlands recht van toepassing is of was.
2.
In deze regeling wordt met echtgenoot gelijkgesteld de geregistreerde partner en de persoon die op grond van artikel 1, derde lid, onder a, en vierde tot en met zevende lid, van de Algemene Ouderdomswet en de daarop berustende bepalingen, mede als zodanig wordt aangemerkt.
3.
In deze regeling wordt niet als echtgenoot aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie de echtgenoot gehuwd is.