Einde inhoudsopgave
Wijzigingswet Financiële-verhoudingswet, enz. en regels inzake invoering van deze wijziging (herziening verdeelstelsel Provinciefonds)
Bijlage 1 De verdeelmaatstaven
Geldend
Geldend vanaf 23-06-2001
- Redactionele toelichting
Deze bijlage is gewijzigd bij het KB van 02-02-2001, Stb. 88 (iwtr. 22-06-2001; bron iwtr. 11-06-2001, Stb. 283).
- Bronpublicatie:
06-11-1997, Stb. 1997, 526 (uitgifte: 20-11-1997, kamerstukken: 25185)
- Inwerkingtreding
23-06-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 695 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Provinciefonds
Staatsrecht / Decentralisatie
(bijlage bij artikel 7, eerste lid)
nummer en korte omschrijving | Definitie verdeelmaatstaf | Bron | Peildatum of tijdsaanduiding (indien deze anders luidt dan 1 januari van het uitkeringsjaar) |
---|---|---|---|
1. Maatstaf opcenten motorrijtuigenbelasting | Het voor het kalenderjaar bepaalde totaal van de hoofdsommen van de motorrijtuigenbelasting, van de in de provincie wonende of gevestigde houders van een personenauto of motorrijwiel gedeeld door de uitkeringsfactor over het uitkeringsjaar. Het totaal wordt bepaald door aan de hand van het totaal van de in het kalenderjaar ontvangen provinciale opcenten te berekenen hoeveel hoofdsommen zouden zijn ontvangen, indien het in artikel 5 bedoelde tarief wordt gehanteerd. | Onze Minister van Financiën | 31 december van het jaar, twee jaar voorafgaand aan het uitkeringsjaar |
2a en b. Maatstaf inwoners provincie | Het aantal inwoners van de provincie. Daarbij vindt een verdeling plaats in twee maatstaven, overeenkomstig de volgende groepsindeling: | CBS | |
a. het aantal inwoners; | |||
b. het aantal inwoners boven de 640 000 inwoners. | |||
Bij de toepassing van maatstaf 2b wordt een aantal kleiner dan 640 000 op dat aantal vastgesteld. | |||
3. Maatstaf inwoners stedelijk gebied en landelijk gebied | Het aantal inwoners van binnen de provincie gelegen rastervierkanten. Daarbij vindt een verdeling plaats in twee maatstaven, overeenkomstig de volgende groepsindeling: | CBS | |
a. het aantal inwoners van rastervierkanten met een omgevingsadressendichtheid die groter is dan of gelijk is aan 1500 adressen per vierkante kilometer; | |||
b. het aantal inwoners van rastervierkanten met een omgevingsadressendichtheid die kleiner is dan of gelijk is aan 1000 adressen per vierkante kilometer. | |||
Bij de toepassing van maatstaf 3b geldt een maximum-aantal van 607 000 inwoners. | |||
4. Maatstaf oppervlak land | Het aantal hectaren land in de provincie. | CBS | De meest recente, vóór het uitkeringsjaar vastgestelde bodemstatistiek |
5. Maatstaf oppervlak water | Het aantal hectaren water in de provincie. | CBS | De meest recente, vóór het uitkeringsjaar vastgestelde bodemstatistiek |
6. Maatstaf oppervlak agrarisch- en natuurterrein | Het totaal van de volgende aantallen: | CBS | De meest recente, vóór het uitkeringsjaar vastgestelde bodemstatistiek |
1. het aantal hectaren land in de provincie, in gebruik ten behoeve van de land-, bos- en tuinbouw; | |||
2. het aantal hectaren natuurterrein in de provincie. | |||
7. Maatstaf gewogen weglengte | Het aantal kilometers gewogen weglengte, van de wegen in beheer bij de provincie. | Regeling meet- en rekenregels verdeelmaatstaven en vaststeling kilometers gewogen weglengte provinciefonds art. 5 | 1 januari 1993 |
8. Maatstaf capaciteit warmte-krachtkoppeling | De capaciteit van warmte-krachtkoppelingsinstallaties in alle bedrijfssectoren, uitgezonderd de bedrijven voor openbare electriciteitsproduktie, in het aantal megajoule per uur plus het aantal kilowatt. | CBS | De meeste recente cijfers van het CBS |
9. Maatstaf vast bedrag | Eén eenheid voor iedere provincie. |