Einde inhoudsopgave
Verordening (EU, Euratom) 2021/1163 inzake het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van de Europese Ombudsman (statuut van de Europese Ombudsman) en tot intrekking van Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom
Artikel 9 Beroepsgeheim
Geldend
Geldend vanaf 05-08-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 253 (uitgifte: 16-07-2021, regelingnummer: 2021/1163)
- Inwerkingtreding
05-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 253 (uitgifte: 16-07-2021, regelingnummer: 2021/1163)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
De Europese Ombudsman en zijn of haar personeelsleden mogen de gegevens en documenten waarvan zij in het kader van hun onderzoek kennis hebben genomen, niet verspreiden. Onverminderd lid 2 mogen zij met name geen aan de Europese Ombudsman verstrekte gerubriceerde EU-informatie of interne documenten van instellingen, organen of instanties van de Unie of documenten die vallen onder het Unierecht inzake de bescherming van persoonsgegevens verspreiden. Zij mogen ook geen gegevens bekendmaken die de klager of andere betrokken personen schade zouden kunnen berokkenen.
2.
Onverminderd de algemene verplichting van alle instellingen, organen en instanties van de Unie tot het verstrekken van informatie aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1), meldt de Europese Ombudsman, indien feiten die tijdens een onderzoek van de Europese Ombudsman aan het licht zijn gekomen, mogelijk een strafbaar feit opleveren of daarmee verband houden, dit aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en, voor zover het onderwerp binnen hun respectieve bevoegdheden valt, aan het Europees Openbaar Ministerie, overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EU) 2017/1939 (2) en aan OLAF.
3.
In voorkomend geval stelt de Europese Ombudsman, met het akkoord van het Europees Openbaar Ministerie of OLAF, ook de instelling, het orgaan of de instantie van de Unie waartoe de betrokken ambtenaar of het betrokken personeelslid behoort, hiervan in kennis; de desbetreffende instelling of instantie of het desbetreffende orgaan kan vervolgens de gepaste procedures inleiden.
Voetnoten
Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (‘EOM’) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).