Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsraad
Slotprotocol
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1971
- Bronpublicatie:
27-05-1970, Trb. 1970, 200 (uitgifte: 01-12-1970, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1971
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-06-1971, Trb. 1971, 105 (uitgifte: 01-01-1971, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid (V)
Bij de heden plaatsgevonden hebbende ondertekening van de Overeenkomst inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat (hierna genoemd de Overeenkomst) hebben de gevolmachtigden, die dit protocol hebben ondertekend, vastgesteld, dat over de volgende punten overeenstemming tussen de Overeenkomstsluitende partijen bestaat:
1
De Overeenkomst laat onverlet de bepalingen van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden, gesloten op 27 juli 1950 te Parijs en herzien op 13 februari 1961 te Genève. Ter zake van het recht op een gewone rente krachtens de Zwitserse invaliditeitsverzekering worden Zwitserse en Nederlandse onderdanen, die als Rijnvarenden op een Zwitsers schip werkzaam waren en hun werkzaamheden wegens arbeidsongeschiktheid hebben moeten staken, geacht nog 12 maanden na het staken van hun werkzaamheden verzekerd te zijn gebleven.
2
a)
De bepalingen van Titel III van de Overeenkomst zijn eveneens van toepassing op de Nederlandse wettelijke regelingen inzake ziekte- en werkloosheidsverzekering;
b)
de wettelijke regelingen inzake ziekteverzekering, bedoeld in alinea a), omvatten:
- —
de Ziektewet (uitkeringen)
- —
de Ziekenfondswet (verstrekkingen)
- —
de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (verstrekkingen bij zware risico's);
c)
krachtens de Nederlandse wettelijke regelingen inzake ziekteverzekering toegekende uitkeringen worden aan buiten Nederland wonende Zwitserse onderdanen onder dezelfde voorwaarden en in dezelfde mate als aan buiten Nederland wonende Nederlandse onderdanen verstrekt.
3
De Overeenkomst is ook van toepassing op vluchtelingen in de zin van het internationale Verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951 en van het Protocol betreffende de status van vluchtelingen van 31 januari 1967, wanneer deze vluchtelingen op het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende partijen woonachtig zijn. Onder dezelfde voorwaarden is de Overeenkomst van toepassing op hun gezinsleden en hun nagelaten betrekkingen, voor zover dezen hun rechten aan die van genoemde vluchtelingen ontlenen. Gunstiger bepalingen in de nationale wetgeving blijven van toepassing.
4
In afwijking van artikel 4 van de Overeenkomst worden uitkeringen voor gebrekkigen ingevolge de Zwitserse federale wetgeving inzake invaliditeits-, ouderdoms-, weduwen- en wezenverzekering niet uitgekeerd aan rechthebbenden die buiten Zwitserland wonen; wat betreft het verlenen van verstrekkingen beletten de bepalingen van genoemd artikel 4 de toepassing van gunstiger bepalingen in een van de nationale wettelijke regelingen echter niet.
5
In de gevallen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c) van de Overeenkomst, verstrekken de vervoersondernemingen van een der Overeenkomstsluitende partijen aan het bevoegde orgaan van de andere partij een opgave van de personen, die niet voor onbepaalde tijd zijn uitgezonden.
6
Met personen, werkzaam bij een officiële administratieve dienst, in de zin van artikel 7, eerste lid, onder d) van de Overeenkomst, worden gelijkgesteld personen van Zwitserse nationaliteit, die in Nederland door het centrale Zwitserse Bureau voor toerisme zijn tewerkgesteld.
7
Als verzekerd volgens de Zwitserse invaliditeitsverzekering worden beschouwd Nederlandse onderdanen die hun domicilie niet in Zwitserland hebben, indien zij wegens arbeidsongeschiktheid hun arbeid in Zwitserland hebben moeten staken, maar tot het intreden van de invaliditeit in dit land blijven.
8
Tijdvakken van premiebetaling, krachtens de Nederlandse wettelijke regelingen inzake invaliditeitsverzekering ( Invaliditeitswet en Interimwet invaliditeitsrentetrekkers), vervuld tussen 31 december 1947 en de datum van inwerkingtreding van de Nederlandse wettelijke regeling inzake arbeidsongeschiktheidsverzekering, worden voor de toepassing van artikel 10, tweede lid, van de Overeenkomst eveneens in aanmerking genomen.
9
Het wonen in Zwitserland, in de zin van artikel 11, tweede lid, van de Overeenkomst, wordt niet onderbroken door een tijdvak van ten hoogste twee maanden, gedurende hetwelk in Zwitserland woonachtige Nederlandse onderdanen Zwitserland verlaten.
10
Het tijdvak van wonen, bedoeld in artikel 12 van de Overeenkomst, wordt geacht door een verblijf buiten het Zwitserse grondgebied van niet meer dan drie maanden in de loop van een kalenderjaar niet te zijn onderbroken. Tijdvakken, waarin een persoon wel in Zwitserland woont, maar waarin hij was vrijgesteld van de verplichte Zwitserse pensioenverzekering, worden bij het vaststellen van het vereiste tijdvak van wonen niet in aanmerking genomen.
11
Nederlandse onderdanen hebben recht op de buitengewone renten ingevolge de Zwitserse invaliditeitsverzekering onder dezelfde voorwaarden als Zwitserse onderdanen en zonder dat rekening wordt gehouden met het tijdvak van wonen, vereist in artikel 12 van de Overeenkomst, indien zij in Zwitserland invalide zijn geworden in het jaar onmiddellijk volgend op de datum, waarop zij hebben opgehouden onderworpen te zijn aan de Nederlandse wettelijke regeling inzake arbeidsongeschiktheidsverzekering en mits zij in Zwitserland verzekerd zijn op het tijdstip, waarop de verzekerde gebeurtenis plaatsvindt. Indien in dergelijke gevallen opname in het Zwitserse bedrijfsleven mogelijk blijkt te zijn, worden de revalidatievoorzieningen krachtens de Zwitserse invaliditeitsverzekering aan Nederlandse onderdanen verleend onder dezelfde voorwaarden als aan Zwitserse onderdanen en zonder dat rekening wordt gehouden met het vereiste tijdvak van premiebetaling, genoemd in artikel 11, eerste lid, van de Overeenkomst.
12
Gelet op het beginsel van gelijkheid van behandeling, neergelegd in artikel 3 van de Overeenkomst, hebben de nagelaten betrekkingen van een buiten Zwitserland overleden Nederlands onderdaan eveneens recht op de uitkeringen en verstrekkingen voor nagelaten betrekkingen krachtens de Zwitserse ouderdoms-, weduwen- en wezenverzekering, ongeacht hun woonplaats en onder dezelfde voorwaarden als Zwitserse onderdanen.
13
De bepalingen van de Nederlandse wettelijke regeling, waarin de gevallen van samenloop van een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een weduwenpensioen met een overeenkomstige uitkering krachtens de wetgeving van een andere mogendheid worden geregeld, zijn niet van toepassing voor zover de betreffende Zwitserse rente op grond van tijdvakken van premiebetaling voor de vrijwillige verzekering verkregen is.
14
De Overeenkomst is ook van toepassing op de Nederlandse wetten inzake de liquidatie van de wettelijke ongevallenverzekering en de wettelijke invaliditeitsverzekering in verband met de invoering van de arbeidsongeschiktheidsverzekering. De krachtens deze wetten verleende renten en de bijslagen op deze renten worden dus, overeenkomstig artikel 4 van de Overeenkomst, ook in Zwitserland uitbetaald. Bovendien blijven de bepalingen van de artikelen 12 en 13 van het Verdrag van 28 maart 1958 van toepassing op uitkeringen welke nog verschuldigd zijn krachtens de Liquidatiewet Ongevallenwetten wegens gebeurtenissen, welke vóór 1 juli 1967 hebben plaatsgevonden.
15
De bepalingen van de Overeenkomst betreffende wederzijdse administratieve en medische bijstand, alsmede artikel 20 van de Overeenkomst, zijn ook in Nederland van toepassing op arbeidsongevallen en niet-arbeidsongevallen volgens de Zwitserse wetgeving.
16
Degene, die in het genot is van een pensioen, toegekend volgens de Nederlandse wettelijke regelingen inzake ouderdomsverzekering of weduwen- en wezenverzekering, dan wel van een uitkering toegekend volgens de Nederlandse wettelijke regeling inzake de arbeidsongeschiktheidsverzekering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 45%, heeft, indien hij in Zwitserland woont, recht op kinderbijslag overeenkomstig de Nederlandse wetgeving. Bij samenvallen van een volledig weduwenpensioen volgens de Nederlandse wetgeving en een buitengewone rente volgens de Zwitserse wetgeving, zal laatstgenoemde rente het recht op kinderbijslag niet aantasten.
17
Op de volgende wijze wordt de mogelijkheid van toelating tot de Zwitserse ziekteverzekering vereenvoudigd:
- a)
wanneer een volgens de Nederlandse ziekteverzekering verzekerde onderdaan van een der Overeenkomstsluitende partijen zijn woonplaats van Nederland naar Zwitserland overbrengt, moet hij, ongeacht zijn leeftijd, door een van de erkende Zwitserse ziekenfondsen, aangewezen door de bevoegde Zwitserse autoriteit, worden toegelaten en kan hij zich, zowel voor daguitkeringen als voor geneeskundige en farmaceutische hulp, verzekeren, mits
- —
hij aan de overige statutaire toelatingsvoorschriften voldoet,
- —
hij vóór het overbrengen van zijn woonplaats bij een orgaan van de Nederlandse ziekteverzekering aangesloten is geweest,
- —
hij binnen drie maanden na het tijdstip, waarop de aansluiting in Nederland eindigde, toelating tot een Zwitsers fonds aanvraagt, en
- —
hij niet van woonplaats verandert, uitsluitend met het doel een geneeskundige of curatieve behandeling te ondergaan;
- b)
voor het verkrijgen van medische en farmaceutische hulp hebben de echtgenote van een onderdaan van een der Overeenkomstsluitende partijen, alsmede zijn kinderen die nog geen 20 jaar zijn, hetzelfde recht op toelating tot een erkend ziekenfonds, wanneer zij aan bovengenoemde voorwaarden voldoen, waarbij het medeverzekerd zijn wordt gelijkgesteld met aangesloten zijn;
- c)
tijdvakken van verzekering, vervuld krachtens de Nederlandse ziekteverzekering, worden voor het verkrijgen van het recht op uitkeringen en verstrekkingen in aanmerking genomen, met dien verstande echter dat voor het recht op uitkeringen en verstrekkingen bij moederschap de verzekerde vrouw gedurende drie maanden bij het Zwitserse ziekenfonds aangesloten moet zijn geweest.
18
Op de volgende wijze wordt de mogelijkheid van toelating tot de vrijwillige Nederlandse ziekteverzekering (uitkeringen en verstrekkingen) vereenvoudigd:
- a)
wanneer een volgens de Zwitserse ziekteverzekering verzekerde onderdaan van een der Overeenkomstsluitende partijen zijn woonplaats van Zwitserland naar Nederland overbrengt, moet hij, ongeacht zijn leeftijd, door een van de Nederlandse ziekenfondsen worden toegelaten en kan hij zich, zowel voor ziekengeld als voor geneeskundige en farmaceutische hulp, verzekeren, mits
- —
hij aan de overige statutaire toelatingsvoorschriften voldoet;
- —
hij vóór het overbrengen van zijn woonplaats bij een erkend Zwitsers ziekenfonds aangesloten is geweest;
- —
hij binnen drie maanden na het tijdstip, waarop de aansluiting in Zwitserland eindigde, toelating tot een Nederlands fonds aanvraagt;
- —
hij niet van woonplaats verandert, uitsluitend met het doel een geneeskundige of curatieve behandeling te ondergaan;
- b)
voor het verkrijgen van medische en farmaceutische hulp hebben de echtgenote en de kinderen van een onderdaan van een der Overeenkomstsluitende partijen hetzelfde recht op toelating tot een ziekenfonds, wanneer zij aan bovengenoemde voorwaarden voldoen.
Dit Slotprotocol, dat een wezenlijk bestanddeel van de Overeenkomst vormt, zal onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde werkingsduur van kracht zijn als de Overeenkomst.
GEDAAN in tweevoud in de Franse taal te Bern, op 27 mei 1970.