NJB 2015/1426:Vervolging na administratieve oplegging alcoholslotprogramma, HR 3 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:434, NJ 2015/256: dit arrest is eveneens van toepassing bij de strafvervolging van een verdachte ter zake de weigering van de verdachte mee te werken aan een onderzoek als bedoeld in art. 8 lid 2 aanhef en onder a WVW 1994. Overgangsrecht vanwege HR 3 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:434, NJ 2015/256: In zaken als de onderhavige waarin vóór 3 maart 2015 (de datum van voormeld arrest) uitspraak is gedaan die nog niet onherroepelijk is geworden, zal de Hoge Raad doen wat het hof had behoren te doen, mits (i) tegen de uitspraak tijdig beroep in cassatie is ingesteld, (ii) in de cassatieschriftuur is aangevoerd dat sprake is van dubbele vervolging in die zin dat de verdachte ter zake van hetzelfde feit de verplichting is opgelegd tot deelname aan het asp, en (iii) die stelling door de raadsman is gestaafd met bescheiden aan de herkomst en betrouwbaarheid waarvan in redelijkheid niet behoeft te worden getwijfeld. De onder (iii) genoemde voorwaarde geldt niet indien op grond van ’s hofs vaststellingen dan wel op grond van de op de voet van art. 434 lid 1 Sv aan de Hoge Raad gezonden stukken van het dossier de feitelijke grondslag van het middel als vaststaand kan worden aangenomen. In casu verklaart de Hoge Raad het Openbaar Ministerie alsnog niet-ontvankelijk in de vervolging