NJ 1925, p. 391
Dagvaarding ten name der Poolsch-Holl. Handelssocieteit. Onzekerheid of eischeres een maat- of vennootschap is, dan wel handeling voor gemeene rekening. Geen nietigheid der dagv. Weigering van eischeres, om, op vordering van gedaagde, mede te deelen, wie de leden der maatschap zijn. Niet-ontvankelijkheid der vordering.
HR 30-01-1925, ECLI:NL:HR:1925:237 (Poolsch-Hollandsche Handelssociëteit)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 januari 1925
- Magistraten
Mrs. Bosch, Savelberg, Jhr. Feith, Ort en Taverne.
- Zaaknummer
[30011925/NJ_1925,_p._391]
- Conclusie
Mr. Tak
- Roepnaam
Poolsch-Hollandsche Handelssociëteit
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS150590:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1925:237, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑01‑1925
- Wetingang
(BW art. 1655-1689, 1682; WvK art. 57-58; Rv art. 5.)
Essentie
Dagvaarding ten name der Poolsch-Holl. Handelssocieteit. Onzekerheid of eischeres een maat- of vennootschap is, dan wel handeling voor gemeene rekening. Geen nietigheid der dagv. Weigering van eischeres, om, op vordering van gedaagde, mede te deelen, wie de leden der maatschap zijn. Niet-ontvankelijkheid der vordering.
Samenvatting
Bovengenoemde onzekerheid doet niet af aan de omstandigheid dat in elk geval een maatstaf als in art. 5, 2°. Bv. bedoeld in rechten is opgetreden. Voor nietigverklaring der dagvaarding bestond dan ook geen grond.
Een maatschap is naar ons recht geen rechtspersoon. De bepaling van art. 1682 B. W. maakt op dien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.