Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 674 [Inhoud boedelbeschrijving]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
07-05-1986, Stb. 1986, 295 jo Stb. 1991, 602 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
07-05-1986, Stb. 1986, 295 jo Stb. 1991, 602 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken: 16593 )
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1990, Stb. 1990, 90 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
De boedelbeschrijving zal bevatten:
- 1°
naam, voornaam en woonplaats van de verschenen of opgeroepen partijen en van de aangewezen schatters;
- 2°
een korte beschrijving van alle tot de boedel behorende goederen en schulden en, zo een der partijen zulks wenst, een schatting van de waarde van de roerende zaken door een of meer door partijen aan te wijzen schatters met hun beëdiging;
- 3°
een opgave van de plaats waar de beschreven zaken zich bevinden, of waarheen zij zijn overgebracht;
- 4°
een opgave van tot de boedel behorende geldsommen;
- 5°
een opgave van de aangetroffen boeken en registers betreffende de boedel, die op de eerste en laatste bladzijden worden gewaarmerkt, ingeval van een notariële beschrijving door de notaris en ingeval van een onderhandse beschrijving door de partijen;
- 6°
vermelding van de akten die op de goederen en de schulden van de boedel betrekking hebben;
- 7°
ingeval van een notariële beschrijving: vermelding van de eed, af te leggen in handen van de notaris, van hen die vóór de beschrijving de goederen in hun macht hadden of het huis waarin deze zich bevinden bewoond hebben, dat zij niets hebben verduisterd, noch gezien hebben, noch weten dat iets verduisterd is.