Protocol betreffende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
9
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2009
- Redactionele toelichting
Zie voor de partijgegevens van deze versie het Verdrag van Lissabon. Voorheen paragraaf 10. Paragraaf 9 (oud) vernummerd tot paragraaf 8.
- Bronpublicatie:
13-12-2007, Trb. 2008, 11 (uitgifte: 01-02-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2010, Trb. 2010, 43 (uitgifte: 05-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Het Verenigd Koninkrijk kan te allen tijde kennis geven van zijn voornemen de euro in te voeren. In dat geval:
- a.
heeft het Verenigd Koninkrijk het recht de euro in te voeren, mits het voldoet aan de nodige voorwaarden. De Raad, die besluit op verzoek van het Verenigd Koninkrijk en overeenkomstig de voorwaarden en volgens de procedure van artikel 140, leden 1 en 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, beslist of het Verenigd Koninkrijk aan de nodige voorwaarden voldoet;
- b.
stort de Bank of England haar aandeel in het kapitaal, draagt zij aan de Europese Centrale Bank externe reserves over en draagt zij bij aan de reserves van de Europese Centrale Bank op dezelfde grondslag als de nationale centrale bank van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken;
- c.
neemt de Raad, onder de voorwaarden en volgens de procedure van artikel 140, lid 3, van dat Verdrag, alle andere nodige besluiten om het Verenigd Koninkrijk in staat te stellen de euro in te voeren.
Indien het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig deze paragraaf de euro invoert, treden de paragrafen 3 tot en met 8 buiten werking.