RvdW 2018/811
Fiscale fraude. Klachten met betrekking tot de bewezenverklaring van medeplegen, opzet rechtspersoon en feitelijk leidinggever, verwerping uitdrukkelijk onderbouwd standpunt over aftrekbaarheid omzetbelasting betreffende aan- en verkoop van landbouwgrond, verwerping verweer schending nemo tenetur-beginsel en strafmotivering. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 26-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:992
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 juni 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/05696
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:992, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:441, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2018
Essentie
Fiscale fraude. Klachten met betrekking tot de bewezenverklaring van medeplegen, opzet rechtspersoon en feitelijk leidinggever, verwerping uitdrukkelijk onderbouwd standpunt over aftrekbaarheid omzetbelasting betreffende aan- en verkoop van landbouwgrond, verwerping verweer schending nemo tenetur-beginsel en strafmotivering. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
26 juni 2018
Strafkamer
nr. S 16/05696
SK
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 16 november 2016, nummer 21/001676-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1950.