Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3:267a [Verklaring inzake beleggingsbeginselen]
Geldend
Geldend vanaf 13-01-2019
- Bronpublicatie:
19-12-2018, Stb. 2018, 515 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken: 34934)
- Inwerkingtreding
13-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2018, Stb. 2018, 517 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een premiepensioeninstelling met zetel in Nederland stelt voor elke door haar uit te voeren pensioenregeling een verklaring inzake de beleggingsbeginselen op en actualiseert deze ten minste eens in de drie jaar. Deze verklaring omvat ten minste:
- a.
de toegepaste wegingmethoden voor beleggingsrisico's;
- b.
de risicobeheerprocedures en de strategische allocatie van activa in het licht van de aard en de looptijd van de pensioenregelingen;
- c.
een toelichting op overwegingen aangaande het milieu, maatschappelijk verantwoord ondernemen en behoorlijk bestuur.
2.
De premiepensioeninstelling herziet de verklaring telkens onverwijld na een belangrijke wijziging van de beleggingsbeginselen.
3.
De premiepensioeninstelling stelt de Nederlandsche Bank en de toezichthoudende instanties van de lidstaten waar zij vanuit een bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten haar bedrijf uitoefent, in kennis van de verklaring en van iedere wijziging daarvan.