Aanpassingswet Wet waardering onroerende zaken
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2001
- Bronpublicatie:
11-05-2000, Stb. 2000, 216 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 26728)
- Inwerkingtreding
01-01-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2000, Stb. 2000, 216 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 26728)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Wet van 20 december 1996 tot wijziging van de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, alsmede de Wet waardering onroerende zaken
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de op de voet van de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde van toepassing te doen zijn voor de gemeentelijke onroerende-zaakbelastingen en de waterschapsomslagen ter zake van gebouwde onroerende zaken en deze waarde stapsgewijs te gaan benutten voor de eigen woning in de inkomstenbelasting en in de vermogensbelasting, en in verband hiermee de Algemene wet inzake rijksbelastingen aan te passen, en voorts dat het wenselijk is enige wijzigingen aan te brengen in de Gemeentewet teneinde het tarief van de gemeentelijke onroerende-zaakbelastingen voor woningen en niet-woningen in beperkte mate te kunnen differentiëren, alsmede enige wijzigingen aan te brengen in de Wet op de inkomstenbelasting 1964 teneinde te komen tot een jaarlijkse bijstelling van het huurwaardeforfait en tenslotte enige wijzigingen aan te brengen in de Wet waardering onroerende zaken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: