Einde inhoudsopgave
Wet geldstelsel BES
Artikel 13c
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
30-09-2010, Stb. 2010, 363 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken: 32217)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I, lid 2, van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Op het tijdstip van transitie gaan de taken en bevoegdheden van de Inspecteur der Belastingen en de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen over op de inspecteur van de rijksbelastingdienst, bedoeld in het derde lid.
2.
Op het tijdstip van transitie gaan de taken en bevoegdheden van de Ontvanger over op de ontvanger van de rijksbelastingdienst, bedoeld in het derde lid.
3.
De inspecteur of ontvanger van de rijksbelastingdienst is de functionaris die als zodanig bij ministeriële regeling is aangewezen.
4.
De bevoegdheid van een inspecteur of ontvanger is niet bepaald naar de geografische indeling van het Rijk. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de hoofdlijnen van de inrichting van de rijksbelastingdienst en omtrent de functionaris, bedoeld in de vorige volzin, onder wie de belastingplichtige en de belastingschuldige ressorteren.
5.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
- 1°
Rijk: het land Nederland, zijnde Nederland en de openbare lichamen;
- 2°
Nederland: het in Europa gelegen deel van het Koninkrijk der Nederlanden.