NJ 1953/68
Faillietverklaring; „summier" blijken van enz.
HR 23-05-1952, ECLI:NL:HR:1952:165
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 1952
- Magistraten
Mrs Donner, Hijink, Losecaat Vermeer, Smits, de Jong
- Zaaknummer
[23051952/NJ_1953-68]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS134811:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1952:165, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑1952
- Wetingang
(Fw art. 6.)
Essentie
Faillietverklaring; „summier" blijken van enz.
Samenvatting
Het Hof, overwegende dat het na summier onderzoek hetgeen door gereq. ter bestrijding van het vorderingsrecht van verzoekers is aangevoerd, niet als onjuist wil verwerpen, geeft aldus te kennen, dat het verweer het Hof aannemelijk is voorgekomen, al wordt ruimte gelaten voor de mogelijkheid, dat bij een onderzoek naar de regelen der gewone procedure het verweer zou kunnen blijken niet op te gaan.
Aldus beslissend dat het vorderingsrecht niet summierlijk is bewezen, heeft het Hof art. 6 Fw. niet geschonden.
Uitspraak
VERZOEKSCHRIFT
[p. 110 ►]
Geven eerbiedig te kennen:
W. Smit, te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.