Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2007/36/EG betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde Vennootschappen
Artikel 3 bis Identificatie van aandeelhouders
Geldend
Geldend vanaf 09-06-2017
- Bronpublicatie:
17-05-2017, PbEU 2017, L 132 (uitgifte: 20-05-2017, regelingnummer: 2017/828)
- Inwerkingtreding
09-06-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-05-2017, PbEU 2017, L 132 (uitgifte: 20-05-2017, regelingnummer: 2017/828)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat vennootschappen het recht hebben om hun aandeelhouders te identificeren. De lidstaten kunnen bepalen dat vennootschappen die hun statutaire zetel op hun grondgebied hebben, alleen kunnen verzoeken om identificatie van aandeelhouders die meer dan een bepaald percentage van de aandelen of stemrechten houden. Dit percentage mag niet hoger zijn dan 0,5 %.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat tussenpersonen een vennootschap op haar verzoek of op verzoek van een door haar aangewezen derde onverwijld de gegevens betreffende de identiteit van de aandeelhouders meedelen.
3.
Wanneer zich in een keten van tussenpersonen meer dan één tussenpersoon bevindt, zorgen de lidstaten ervoor dat het verzoek van de vennootschap of van een door haar aangewezen derde onverwijld tussen de tussenpersonen wordt doorgegeven en dat de tussenpersoon die over de gevraagde gegevens beschikt, de gegevens betreffende de identiteit van de aandeelhouders onverwijld rechtstreeks aan de vennootschap of aan de door haar aangewezen derde doorgeeft. De lidstaten zorgen ervoor dat de vennootschap gegevens betreffende de identiteit van de aandeelhouders kan verkrijgen van eender welke tussenpersoon in de keten die over de gegevens beschikt.
De lidstaten kunnen bepalen dat de vennootschap de centrale effectenbewaarinstelling of een andere tussenpersoon of dienstverlener mag verzoeken de gegevens betreffende de identiteit van de aandeelhouders te verzamelen, ook bij de tussenpersonen in de keten van tussenpersonen, en die gegevens aan de vennootschap door te geven.
De lidstaten kunnen bovendien bepalen dat de tussenpersoon de vennootschap op haar verzoek of op verzoek van een door haar aangewezen derde onverwijld de gegevens betreffende de volgende tussenpersoon in de keten van tussenpersonen meedeelt.
4.
Krachtens dit artikel worden de persoonsgegevens van aandeelhouders verwerkt om de vennootschap in staat te stellen haar huidige aandeelhouders te identificeren teneinde rechtstreeks met hen te communiceren om de uitoefening van aandeelhoudersrechten en de betrokkenheid van aandeelhouders bij de vennootschap te faciliteren.
Onverminderd een eventuele langere, in een sectorspecifieke wetgevingshandeling van de Unie vastgestelde bewaartermijn zorgen de lidstaten ervoor dat vennootschappen en tussenpersonen persoonsgegevens van aandeelhouders die hun overeenkomstig dit artikel voor de in dit artikel genoemde doeleinden zijn verstrekt, niet langer bewaren dan twaalf maanden nadat zij ervan op de hoogte zijn geraakt dat de betrokkene niet langer aandeelhouder is.
De lidstaten kunnen er bij wet in voorzien dat de persoonsgegevens van aandeelhouders voor andere doeleinden worden verwerkt.
5.
De lidstaten zorgen ervoor dat rechtspersonen het recht hebben om onvolledige of onjuiste gegevens betreffende hun aandeelhoudersidentiteit te corrigeren.
6.
De lidstaten zorgen ervoor dat een tussenpersoon die gegevens betreffende de identiteit van de aandeelhouders overeenkomstig de in dit artikel vastgestelde voorschriften onthult, niet wordt geacht enige bij overeenkomst of bij wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling opgelegde beperking inzake openbaarmaking te overtreden.
7.
Uiterlijk op 10 juni 2019 delen de lidstaten aan de bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (1) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (ESMA) mee of zij overeenkomstig lid 1 de identificatie van aandeelhouders hebben beperkt tot aandeelhouders die meer dan een bepaald percentage van de aandelen of stemrechtenhouden, en zo ja, welk percentage zij hebben vastgesteld. De ESMA maakt die informatie bekend op haar website.
8.
De Commissie is bevoegd om uitvoeringshandelingen vast te stellen ter nadere bepaling van de in lid 2 neergelegde minimumvoorschriften betreffende de vorm waarin de informatie moet worden doorgegeven, de vorm van het verzoek, met inbegrip van de beveiliging en interoperabiliteit, en de termijnen die in acht moeten worden genomen. Deze uitvoeringshandelingen worden uiterlijk op 10 september 2018 vastgesteld volgens de in artikel 14 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).