Einde inhoudsopgave
Besluit Beroep in Belastingzaken
5.1.1 Indiening van een cassatievoorstel
Geldend
Geldend vanaf 07-04-2021
- Bronpublicatie:
25-03-2021, Stcrt. 2021, 16743 (uitgifte: 06-04-2021, regelingnummer: 2021-1729)
- Inwerkingtreding
07-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2021, Stcrt. 2021, 16743 (uitgifte: 06-04-2021, regelingnummer: 2021-1729)
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Griffierecht
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Fiscaal procesrecht / Procesorde
1
Als de inspecteur geheel of gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, beoordeelt hij of de uitspraak een schending van het recht inhoudt, dan wel dat is verzuimd op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen in acht te nemen. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan een uitspraak die:
- a.
principieel onjuist wordt geacht;
- b.
strijdig is met bestaande jurisprudentie van de Hoge Raad;
- c.
strijdig is met opvattingen namens de regering van bewindslieden van Financiën in de wetsgeschiedenis;
- d.
strijdig is met in de beleidssfeer uitgedragen opvattingen.
Als naar de mening van de inspecteur hiervan sprake is, zendt hij het van de griffier ontvangen originele afschrift van de uitspraak met een korte uiteenzetting van de gronden waarop zijn oordeel rust en onder overlegging van alle ter zake dienende bescheiden binnen tien dagenna de datum van terpostbezorging van het afschrift van de uitspraak aan FJZ/Cassatie. Hij doet daarbij mededeling van de datum waarop het afschrift van de uitspraak ter post is bezorgd.
Ook uitspraken waarbij de praktijk om meer duidelijkheid vraagt dan de rechtbank of het gerechtshof voor soortgelijke gevallen heeft gegeven en uitspraken waarbij ter wille van de eenheid van recht de behoefte bestaat een beslissing in hoogste ressort te verkrijgen, kunnen worden ingezonden. Uitspraken die principieel juist worden geacht, feitelijk van aard zijn en niet onbegrijpelijk, dan wel de voor cassatie benodigde feitelijke grondslag missen, komen in beginsel niet voor cassatieberoep in aanmerking. Zie in dit verband met name ook paragraaf 4.6.2.
De inspecteur informeert de betrokken (landelijk) vaktechnisch coördinatoren over het cassatievoorstel.
2
Tot de als bijlagen over te leggen bescheiden behoren in ieder geval:
- a.
een gespecificeerde opgaaf van de gegevens van de aangifte als deze is gedaan. Bij procedures betreffende de erf- en schenkbelasting kan, als de aangifte zeer omvangrijk is, worden volstaan met een uittreksel uit de aangifte betreffende de in geding zijnde onderdelen;
- b.
een kopie van de belastingaanslag dan wel van een ander bestreden besluit of een gespecificeerde opgaaf van de daaraan ten grondslag liggende gegevens. Bij procedures tegen een grote hoeveelheid identieke aanslagen kan worden volstaan met een voorbeeld-aanslag;
- c.
het bezwaar- of verzoekschrift;
- d.
een kopie van de uitspraak op bezwaar dan wel een kopie van de kennisgeving waarin de beslissing op het bezwaar- of verzoekschrift wordt gemotiveerd (in de gevallen waarin dit van toepassing is);
- e.
alle andere stukken die een rol gespeeld hebben in de besluitvorming van de inspecteur met betrekking tot het geschilpunt bij de totstandkoming van het bestreden besluit en de uitspraak op bezwaar.
- f.
de processtukken van de procedure bij de rechtbank (beroepschrift, verweerschrift, conclusie van repliek, conclusie van dupliek, eventueel gevoerde correspondentie met de rechtbank, pleitnota’s en andere ter zitting overgelegde stukken, door de griffier opgesteld proces-verbaal van de zitting);
- g.
het originele afschrift van de uitspraak van de rechtbank;
- h.
de processtukken van de procedure bij het gerechtshof (beroepschrift, verweerschrift, conclusie van repliek, conclusie van dupliek, eventueel gevoerde correspondentie met de rechtbank, pleitnota’s en andere ter zitting overgelegde stukken, door de griffier opgesteld proces-verbaal van de zitting, proces-verbaal van de mondelinge uitspraak);
- i.
(in geval van vereenvoudigde behandeling van het beroep): het originele afschrift van de uitspraak van het gerechtshof, het verzetschrift en de uitspraak op het verzetschrift;
- j.
(ingeval het beroep zich richtte tegen het niet tijdig nemen van een besluit): afschrift van de gevoerde correspondentie en het alsnog genomen besluit (indien van toepassing);
- k.
een eventueel (openbaar gedeelte van een) controlerapport;
- l.
de bijlagen bij voornoemde geschriften, voor zover in deze paragraaf nog niet genoemd.
De inspecteur kan – als daartoe de noodzaak aanwezig is – volstaan met het zenden van kopieën in plaats van de originele bescheiden.
3
Als de inspecteur afziet van een cassatievoorstel wordt de bijbehorende motivering vastgelegd in het in paragraaf 1.3 bedoelde bestand.