Einde inhoudsopgave
Leidraad Invordering 2008
70cc.1 Disculpatiemogelijkheid aansprakelijkheid bestuurder voor vennootschapsbelasting tot 1 april 2017
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Bronpublicatie:
17-03-2017, Stcrt. 2017, 18117 (uitgifte: 30-03-2017, regelingnummer: 2017-57278)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-03-2017, Stcrt. 2017, 18117 (uitgifte: 30-03-2017, regelingnummer: 2017-57278)
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
Voor vennootschapsbelasting die een lichaam is verschuldigd op grond van het tot 1 april 2017 geldende artikel 23a van de Wet op de vennootschapsbelasting, is de bestuurder niet aansprakelijk als hij bewijst dat:
- –
het niet aan hem is te wijten dat de onderhavige vennootschapsbelasting niet is voldaan; en
- –
hij op het tijdstip waarop de niet-toegestane handeling met betrekking tot een pensioen- of vut-aanspraak dan wel de aanspraak op een stamrechtuitkering plaatsvond die aanleiding heeft gegeven tot heffing van vennootschapsbelasting, niet wist of redelijkerwijze kon vermoeden dat de desbetreffende belasting niet zou kunnen worden voldaan.
Aan de tweede eis is in elk geval niet voldaan, wanneer de bestuurder ten tijde van het sluiten van de overeenkomst tot afkoop van deze verplichtingen met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid kon voorzien dat de afwikkeling van die overeenkomst tot gevolg heeft dat er voor de voldoening van de ten gevolge van de afkoop verschuldigde vennootschapsbelasting geen of onvoldoende middelen beschikbaar zijn.