BNB 2023/74
Met vermelding omzetbelastingschuld in aangifte vennootschapsbelasting wordt niet voldaan aan suppletieverplichting. Voor de boete is wel sprake van een pleitbaar standpunt
HR 31-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:491, m.nt. F.J.P.M. Haas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 2023
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Feteris, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/04198
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
F.J.P.M. Haas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS700750:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑04‑2023
ECLI:NL:HR:2023:491, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:66, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑01‑2022
- Wetingang
Art. 10a AWR
Essentie
Met vermelding omzetbelastingschuld in aangifte vennootschapsbelasting wordt niet voldaan aan suppletieverplichting. Voor de boete is wel sprake van een pleitbaar standpunt
Samenvatting
Belanghebbende, een fiscale eenheid gevormd door een holding en een dochtermaatschappij, heeft in haar aangiften vennootschapsbelasting voor de jaren 2014 en 2015 een omzetbelastingschuld opgenomen. Naar aanleiding daarvan heeft de Inspecteur aan belanghebbende bij beschikking een boete opgelegd wegens het niet tijdig bij wijze van suppletie verstrekken van de juiste informatie over deze schuld. Het Hof heeft de boete vernietigd.
HR: Met de vermelding van een omzetbelastingschuld in een aangifte vennootschapsbelasting wordt niet voldaan aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.