Hof Arnhem, 29-12-2010, nr. 24-002692-09
ECLI:NL:GHARN:2010:BO9220
- Instantie
Hof Arnhem
- Datum
29-12-2010
- Zaaknummer
24-002692-09
- LJN
BO9220
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARN:2010:BO9220, Uitspraak, Hof Arnhem, 29‑12‑2010; (Hoger beroep)
Uitspraak 29‑12‑2010
Inhoudsindicatie
OM appel. Verdachte wordt ter zake van overtreding van artikel 184 Wetboek van Strafrecht veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van 170 euro, subsidiair drie dagen vervangende hechtenis.
Partij(en)
Parketnummer: 24-002692-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-460400-09
Arrest van 29 december 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 15 oktober 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1971] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft - voor zover in hoger beroep van belang - de verdachte bij het vonnis vrijgesproken van het onder 1. ten laste gelegde.
Gebruik van het rechtsmiddel
De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. In de akte is vermeld dat het hoger beroep alleen het ten laste gelegde feit 1 betreft. Hij heeft dit hoger beroep aan verdachte doen betekenen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake het hem onder 1. ten laste gelegde feit tot een geheel voorwaardelijke geldboete van 170 euro, subsidiair drie dagen vervangende hechtenis, met een proeftijd van twee jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis, voor zover aan hoger beroep onderworpen, vernietigen en in zoverre opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
- 1.
hij op of omstreeks 29 maart 2009 in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de voor het openbaar verkeer openstaande weg(en), de [straat 1] en/of de [straat 2], opzettelijk - toen één of meer zich in een politievoertuig bevindende politie-ambtenaren, en wel (een) opsporingsambtenar(a)r(en) in de zin van artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, ter controle op de naleving van de bij of krachtens de Wegenverkeerswet gegeven voorschriften van verdachte vorderde(n) of verdachte beval(en) het door verdachte, bestuurde motorrijtuig te doen stilhouden, welke vordering of welk bevel door die politie-ambtena(a)r(en), belast met en bevoegd verklaard tot het opsporen van stafbare feiten, werd gedaan doordien deze van een aan dit politievoertuig aangebrachte transparant, waarin de woorden "stop" of "stop politie" in rode letters tegen donkere achtergrond verlicht werden, gebruik maakte(n) - niet heeft voldaan aan genoemde vordering of genoemd bevel gedaan door genoemde ambtena(a)r(en).
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 29 maart 2009 in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een motorrijtuig personenauto, daarmede rijdende over de voor het openbaar verkeer openstaande weg(en), de [straat 1] en/of de [straat 2], opzettelijk - toen zich in een politievoertuig bevindende politie-ambtenaren, en wel opsporingsambtenaren in de zin van artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, ter controle op de naleving van de bij of krachtens de Wegenverkeerswet gegeven voorschriften verdachte bevalen het door verdachte, bestuurde motorrijtuig te doen stilhouden, welk bevel door die politie-ambtenaren, belast met en bevoegd verklaard tot het opsporen van stafbare feiten, werd gedaan doordien deze van een aan dit politievoertuig aangebrachte transparant, waarin de woorden "stop" of "stop politie" in rode letters tegen donkere achtergrond verlicht werden, gebruik maakten - niet heeft voldaan aan genoemd bevel gedaan door genoemde ambtenaren.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast of door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft, door niet aan het aan hem gegeven stopteken gehoor te geven, het gezag van de politie-ambtenaren die hem het stopteken gaven, aangetast.
Het hof heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met het de verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 11 november 2010, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Uit de stukken en hetgeen ter terechtzitting van het hof naar voren is gebracht, is gebleken dat verdachte sinds het plegen van het bewezenverklaarde feit geen contact meer heeft gehad met politie en justitie en dat hij bezig is om zijn leven - wederom - op orde te krijgen.
Gelet op het vorenstaande is het hof - met de advocaat generaal - van oordeel, daarbij rekening houdende met verdachtes financiële draagkracht, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken, dat bij de strafoplegging in dit geval kan worden volstaan met een voorwaardelijke geldboete van na te melden hoogte.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 63 en
- 184.
van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, voor zover aan hoger beroep onderworpen, en in zoverre opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1. ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte onder 1. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van honderdzeventig euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van drie dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
beveelt, dat de geldboete niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte als griffier, zijnde mrs. Hielkema en Van Veen voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.