Inhoudsopgave
Bb 2013/7:Over onmiddellijke voorzieningen en toetsing door de Ondernemingskamer
Bb 2013/7
Over onmiddellijke voorzieningen en toetsing door de Ondernemingskamer
Documentgegevens:
Mr. H. Koster, datum 31-01-2013
- Datum
31-01-2013
- Auteur
Mr. H. Koster1
- JCDI
JCDI:ADS209101:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
- Wetingang
art. 2:129 lid 6 BW, art. 2:349a lid 2 BW; art. 2:349a lid 3 BW; art. 2:350 lid 1 BW; art. 2:356 BW
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1. Inleiding
Op 1 januari 2013 zijn een aantal wijzigingen van kracht geworden met betrekking tot de regeling van het recht van enquête. In deze derde en laatste bijdrage in de reeks ‘Wet aanpassing enquêterecht’, besteed ik aandacht aan twee onderwerpen, onmiddellijke voorzieningen en toetsing door de Ondernemingskamer.
2. Onmiddellijke voorzieningen
2.1 Aanpassingen
Op grond van de oude tekst van art. 2:349a lid 2 BW gold vóór 1 januari 2013 dat indien een onmiddellijke voorziening vereist was in verband met de toestand van de rechtspersoon of in het belang van het onderzoek, de Ondernemingskamer in elke stand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.