RI 2021/57
Wat is de kwalificatie van aan een curator opgelegde bestuursrechtelijke lasten wegens de niet-naleving van milieuwetgeving?
HR 04-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:833
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 juni 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/02961
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS284493:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Omgevingsrecht / Handhaving
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:833, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑02‑2021
- Wetingang
Art. 392 Rv
Essentie
Prejudiciële vragen. Bestuursrechtelijke lasten. Boedelschuld.
Wat is de kwalificatie van aan een curator opgelegde bestuursrechtelijke lasten wegens de niet-naleving van milieuwetgeving?
Samenvatting
Ten aanzien van taxidienst RTC werd geconstateerd dat sprake was van overtreding van milieuwet en -regelgeving. Korte tijd later ging RTC failliet. De bevoegde milieudienst voor onder andere de gemeente Ridderkerk ging over tot handhaving richting de curator. In dat kader werden twee handhavingsbesluiten aan de curator gestuurd, namelijk een last onder bestuursdwang met betrekking tot een bodemonderzoek en een last onder dwangsom ten aanzien van herstel van de bodemkwaliteit. De curator voldeed daar niet aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.