HR, 11-06-2019, nr. 17/05115
ECLI:NL:HR:2019:887
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11-06-2019
- Zaaknummer
17/05115
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2019:887, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑06‑2019; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
- Vindplaatsen
Uitspraak 11‑06‑2019
Inhoudsindicatie
Doodslag in Amsterdam op 88-jarige echtgenoot van 86-jarige verdachte door hem met een mes te steken, art. 287 Sr. HR: art. 80a, zonder schriftelijk standpunt van de AG.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 17/05115
Datum 11 juni 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 26 oktober 2017, nummer 23/001629-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1928.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft V.A. Groeneveld, advocaat te Amsterdam, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 juni 2019.