Deze zaak hangt samen met zes andere beklagzaken (in cassatie aanhangig onder de nummers: 13/01972; 13/02002; 13/03778; 13/03782; 13/03784 en 13/03790). In die andere zes zaken zal ik vandaag ook concluderen.
HR, 29-09-2015, nr. 13/03791
ECLI:NL:HR:2015:2882
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29-09-2015
- Zaaknummer
13/03791
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2015:2882, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑09‑2015; (Cassatie, Beschikking)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1593, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2015:1593, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑2015
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:2882, Gevolgd
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2015-0426
Uitspraak 29‑09‑2015
Inhoudsindicatie
Geen schriftuur, beroep n-o.
Partij(en)
29 september 2015
Strafkamer
nr. S 13/03791 B
IC/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 12 juli 2013, nummer RK 13/197, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[betrokkene] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de betrokkene in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de betrokkene niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 447, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, zodat de betrokkene in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de betrokkene niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 september 2015.
Conclusie 23‑06‑2015
Inhoudsindicatie
Geen schriftuur, beroep n-o.
Nr. 13/03791 B Zitting: 23 juni 2015 | Mr. Knigge Conclusie inzake: [klaagster = betrokkene] |
1. De Rechtbank Oost-Brabant heeft bij beschikking van 12 juli 2013 het beklag van klaagster ex art. 552a Sv, strekkende tot opheffing van het op 3 april 2012 gelegde beslag op een auto (Mercedes met kenteken [AA-00-BB]) en de teruggave daarvan aan klaagster, ongegrond verklaard.
2. Tegen deze beschikking is namens klaagster cassatieberoep ingesteld.1.
3. De aanzegging in cassatie is op 15 augustus 2013 aan het in de cassatieakte opgegeven adres uitgereikt en aangenomen. Het betreft het (gekozen) kantooradres van mr. J.M.J.H. Coumans, een van de advocaten die klaagster bij de Rechtbank bijstond.2.Een schriftuur is niet binnengekomen.3.
4. Nu klaagster niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is het voorschrift van art. 447, vijfde lid, Sv niet in acht genomen, zodat de klaagster niet in haar cassatieberoep kan worden ontvangen.
5. Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van klaagster in het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 23‑06‑2015
Dat blijkt uit het processen-verbaal van aanhouding van 5 april en 14 juni 2013. Bij de daarop volgende raadkamerbehandeling van 12 juli 2013 verscheen mr. M. IJsseldijk als uitdrukkelijk gemachtigde raadsman van klaagster. Mr. IJsseldijk is ook de advocaat die namens klaagster het cassatieberoep heeft ingesteld en als adres van klaagster (alleen) het bedoelde kantooradres opgaf.
Wel heeft mr. IJsseldijk zich ruim een jaar na de betekening van de aanzegging in cassatie als advocaat gesteld. Hem is toen meegedeeld dat de termijn voor het indienen van een schriftuur inmiddels was verlopen. Reden om enige vorm van actie te ondernemen heeft mr. IJsseldijk daarin kennelijk niet gevonden. Dat in aanmerking genomen, kan naar ik meen over de niet correcte betekening van de aanzegging worden heengestapt.