V-N 2013/59.21
SW-bedrijfsopvolgingsfaciliteit is niet discriminerend
HR 22-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1206, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
22 november 2013
- Magistraten
Feteris, Schaap, Fierstra, Koopman, Groeneveld
- Zaaknummer
13/01154
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS182202:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1206, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 22‑11‑2013
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit berust op een keuze van de fiscale wetgever waarvan niet kan worden gezegd dat zij evident van redelijke grond is ontbloot.
Samenvatting
Erflater A overlijdt in 2011. Belanghebbende X is de zoon van A en is samen met zijn echtgenote één van de erfgenamen. De verkrijging van X bestaat enkel uit een overbedelingsvordering van € 185.679 op zijn moeder. De nalatenschap van A bevat geen ondernemingsvermogen. Aangezien de verkrijging van ondernemingsvermogen door X in 2011 voor 100% zou zijn vrijgesteld voor de (thans) erf- en schenkingsbelasting, beroept X zich op het IVBPR ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.