NJ 1947/154
„Geen bepaald loon vastgesteld" (art. 1637 q B. W.) ? Inspecteur levensverzekering handelsreiziger? Provisie.
HR 21-02-1947, ECLI:NL:HR:1947:32, m.nt. Prof. E. M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 februari 1947
- Magistraten
Mrs. Donner, Nypels, van der Flier, Losecaat Vermeer en Smits
- Zaaknummer
[211947/NJ_1947-154]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Noot
Prof. E. M. Meijers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS132925:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1947:32, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑02‑1947
- Wetingang
(BW art. 1637q; WvK art. 75q, 75r.)
Essentie
„Geen bepaald loon vastgesteld" (art. 1637 q B. W.) ? Inspecteur levensverzekering handelsreiziger? Provisie.
Samenvatting
Het geval waarvoor art. 1631q B.W. is geschreven, t.w. dat geen bepaald loon is vastgesteld, doet zich te dezen niet voor, daar tusschen partijen was overeengekomen, dat voor collectieve verzekeringen de provisie naar billijkheid, door den werkgever zou worden, bepaald.
Ontoelaatbaar novum.
Noch in art. 75a K. noch in. art. 75q zijn van. de overeenkomsten, bij het totstandkomen waarvan de handelsagent, resp. de handelsreiziger hun bemiddeling verleenen, uitgezonderd de overeenkomsten van verzekering.
Wanneer de inspecteur van een levensverzekeringsmaatschappij naast het aanbrengen van. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.