RvdW 2019/61
Getuige ‘Passageproces’. Middelen kunnen niet tot cassatie leiden, hetgeen gezien art. 81, eerste lid, RO — en het heden uitgesproken arrest HR 11 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2277 — geen nadere motivering behoeft. Samenhang met 17/01624.
HR 11-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2278
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 december 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/01629
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2278, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1158, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2018
Essentie
Getuige ‘Passageproces’. Middelen kunnen niet tot cassatie leiden, hetgeen gezien art. 81, eerste lid, RO — en het heden uitgesproken arrest HR 11 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2277 — geen nadere motivering behoeft. Samenhang met 17/01624.
Partij(en)
11 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/01629
DAZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 20 maart 2017, nummer 23/000763-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1.
De verdachte is bij arrest van 20 maart 2017 door het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.