V-N 2020/59.22
Belastingrente verschuldigd bij terugnemen heffingskorting
HR 13-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1778, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 november 2020
- Magistraten
Koopman, Overgaauw, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
20/01266
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS240648:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1778, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:739, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 25‑08‑2020
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de ambtshalve vermindering voor de echtgenoot en de navordering bij de erven niet zijn vastgesteld ter zake van dezelfde belastingplicht. Het is dus terecht dat bij de vermindering geen belastingrente is vergoed, terwijl bij de navordering belastingrente is verschuldigd.
Samenvatting
Erflaatster X overlijdt in 2013. Haar echtgenoot A en hun zoon zijn de enige erfgenamen. Over 2013 was aan de echtgenoot een aanslag IB/PVV opgelegd van € 715 en ontving X een algemene heffingskorting van € 715. Op verzoek van A is zijn aanslag in 2018 ambtshalve verminderd tot nihil en is € 715 zonder rente ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.