AB 2021/178
De Raad stelt grenzen aan grenzeloos procedeergedrag.
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
9 februari 2021
- Magistraten
Mrs. J.L. Boxum, J.J.A. Kooijman, L.A. Kjellevold
- Zaaknummer
19/3546 PW e.v.
- Noot
C.W.C.A. Bruggeman
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS270603:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2021:263, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 09‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
Als de bevoegdheid om beroep in te stellen evident wordt aangewend zonder redelijk doel of voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is gegeven, dan geeft het aanwenden van die bevoegdheid blijk van kwade trouw. Daarmee is er sprake van misbruik van recht.
Samenvatting
Voor het niet-ontvankelijk verklaren van een bij een rechter ingesteld rechtsmiddel wegens misbruik van recht zijn zwaarwichtige gronden vereist, aangezien met de niet-ontvankelijkverklaring de betrokkene in feite het recht op toegang tot de rechter wordt ontzegd. Dit geldt temeer wanneer het gaat om een door de burger tegen de overheid aangewend rechtsmiddel, gelet ...