Einde inhoudsopgave
Mededingingswet
Artikel 25j [Bevoordeling overheidsbedrijf]
Geldend
Geldend van 01-07-2012 tot 01-07-2025
- Redactionele toelichting
Gedurende twee jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijziging is dit artikel niet van toepassing op bepalingen in overeenkomsten die zijn gesloten voor het genoemde tijdstip en die in strijd zijn met dit artikel.
- Bronpublicatie:
29-04-2010, Stb. 2011, 162 jo Stb. 2010, 208 (uitgifte: 10-06-2010, kamerstukken: 32151)
24-03-2011, Stb. 2011, 162 jo Stb. 2010, 208 (uitgifte: 08-04-2011, kamerstukken: 31354)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-2012, Stb. 2012, 254 (uitgifte: 14-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Economische machtsposities
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Een bestuursorgaan bevoordeelt niet een overheidsbedrijf, waarbij hij in de zin van artikel 25g, eerste lid, is betrokken, boven andere ondernemingen waarmee dat overheidsbedrijf in concurrentie treedt en kent evenmin een dergelijk overheidsbedrijf anderszins voordelen toe die verder gaan dan in het normale handelsverkeer gebruikelijk is.
2.
Als bevoordeling als bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval ook aangemerkt:
- a.
het toestaan van het gebruik door het overheidsbedrijf van de naam en het beeldmerk van de publiekrechtelijke rechtspersoon van het bestuursorgaan op een wijze waardoor verwarring bij het publiek is te duchten over de herkomst van goederen en diensten;
- b.
het leveren van goederen aan, het verrichten van diensten voor en het ter beschikking stellen van middelen aan het overheidsbedrijf tegen een vergoeding die lager is dan de integrale kosten.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing:
- a.
indien de bevoordeling verband houdt met economische activiteiten ter uitoefening van een bijzonder of uitsluitend recht in de zin van artikel 25a, onder c, respectievelijk b, en reeds voorschriften gelden omtrent de voor de desbetreffende activiteiten in rekening te brengen prijzen;
- b.
indien naar het oordeel van het bestuursorgaan de bevoordeling kan worden aangemerkt als een steunmaatregel die voldoet aan de criteria van artikel 87, eerste lid, van het Verdrag;
- c.
op economische activiteiten die worden verricht door een onderneming die belast is met de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening, voor zover op deze activiteiten artikel 5 van die wet van toepassing is.