NJ 2009, 608
Toereikend bewijs schuldheling.
HR 24-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ8631
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 november 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
07/13251
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BJ8631
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ8631, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑11‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ8631, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2009
- Wetingang
Sr art. 417bis
Essentie
In de bewijsvoering ligt besloten dat verdachte (die wist dat haar vriend penningmeester was van IJsbaanvereniging X. en dat de geldbedragen die zij van hem op haar rekening gestort kreeg, afkomstig waren van die vereniging) door na het aantreffen van de geldbedragen op haar rekening niet direct een nader onderzoek in te stellen naar de herkomst daarvan, in ernstige mate is tekortgeschoten in haar onder genoemde omstandigheden geldende onderzoeksplicht, hetgeen meebrengt dat zij met de voor schuldheling vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.