O&A 2016/86
Onrechtmatige daad, recht op onderwijs, recht op onderwijs van de moedertaal in het basisonderwijs
HR 14-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2341
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2016
- Zaaknummer
15/02413
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2341, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:992, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑05‑2015
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 2 Eerste Protocol EVRM
Essentie
Onrechtmatige daad, recht op onderwijs, recht op onderwijs van de moedertaal in het basisonderwijs
Partij(en)
Hollanda c.s./Staat
Uitspraak
Op 1 augustus 2004 is de Wet van 24 mei 2004 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs, onder meer in verband met de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen (Stb. 2004, 253) in werking getreden. Sinds de inwerkingtreding van deze wet wordt het onderwijs in allochtone levende talen niet langer van overheidswege gefaciliteerd. In dit geding hebben enkele belangenorganisaties, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.