Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet van het tussen Nederland en Groot-Britannië gesloten verdrag, houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen BES
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Verordening van 30 augustus 1933, houdende voorzieningen tot uitvoering van het op 31 mei 1932 te Londen tusschen Nederland en Groot-Brittanië gesloten verdrag, houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen (P.B. 1933, no. 90), zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
07-09-2010, Stb. 2010, 504 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
1.
Behoudens het bepaalde bij artikel 11 geeft de rechter in eerste aanleg aan de rogatoire commissie uitvoering, voor zoover deze binnen zijn gebied moet geschieden.
2.
Moet de uitvoering binnen het gebied van meerdere ressorts geschieden, dan zendt de rechter in eerste aanleg, door wien de rogatoire commissie, voor zooveel hem betreft, reeds is uitgevoerd, deze met de stukken onverwijld aan de rechter in eerste aanleg, binnen wiens gebied de uitvoering alsnog geschieden moet.
3.
Bij verschil over de vraag, welke rechter in eerste aanleg de rogatoire commissie heeft uit te voeren, beslist het hof van Justitie.
4.
De rechter in eerste aanleg geeft van elke doorzending onverwijld kennis aan de autoriteit, welke hem de rogatoire commissie heeft overgemaakt.